Operation Manual

DREAMWEAVER CS3
Handboek
457
Dit worden dynamische hoofd-endetailgebieden genoemd. Gewoonlijk geeft één gebied op de pagina (de hoofdtabel) een
verkorte reeks kolommen uit de gegevensset weer, en bevat een ander gebied van de pagina (het detailgebied) meer
informatie over een geselecteerde record. Omdat het detailgebied afhankelijk is van de hoofdtabel, hebben wijzigingen in
de gegevens van de hoofdtabel tot gevolg dat ook de gegevens in het detailgebied veranderen.
Wanneer u met dynamische gebieden werkt, maakt u telkens twee gebieden: de hoofdtabel en een detailgebied. Als u een
detailgebied aan de tabel wilt binden, moet u de optie Detailregio bijwerken als op rij wordt geklikt inschakelen.
Wanneer de gebruiker een rij in de hoofdtabel selecteert, identificeert Spry de rij waarop de selectie betrekking heeft en
worden de gegevens die in het bijbehorende detailgebied worden weergegeven, op dynamische wijze bijgewerkt.
Een Spry XML-gegevensset definiëren
Voordat u Spry-gebieden, -tabellen of -lijsten aan een HTML-pagina kunt toevoegen, moet u aangeven met welke gegevens
u wilt werken.
Opmerking: Als u nog geen XML-gegevensset hebt om voor testdoeleinden te gebruiken, vindt u in de Spry-elementen die
beschikbaar zijn via www.adobe.com/go/learn_dw_spryframework_nl verschillende voorbeeldgegevenssets.
1 Kies Invoegen > Spry > Spry XML-gegevensset.
U kunt ook op de knop Spry XML-gegevensset in de categorie Spry van de invoegbalk klikken.
2 U kunt de standaardnaam 'ds1' voor de Spry-gegevensset accepteren of een naam invoeren die voor u meer betekenis
heeft.
3 Als u een XML-gegevensbestand hebt waarmee u wilt werken, klikt u op de knop Bladeren om het te selecteren.
4 Als u de pagina wilt ontwerpen door een voorbeeldbron op uw testserver te gebruiken, klikt u op de koppeling Invoer
ontwerptijd.
5 Wanneer u hebt aangegeven welke gegevensset u wilt gebruiken, klikt u op de knop Schema ophalen om het paneel Rij-
elementen te vullen. In dit paneel ziet u welke elementen worden herhaald (gemarkeerd met een klein plusteken “+”) en
welke ondergeschikt zijn aan andere (ingesprongen).