Operation Manual
DREAMWEAVER CS3
Handboek
396
Op op sjablonen gebaseerde pagina's kunnen sjabloongebruikers alleen inhoud in bewerkbare gebieden bewerken. Voor
het bewerken van inhoud kunt u bewerkbare gebieden gemakkelijk herkennen en selecteren. Sjabloongebruikers kunnen
geen inhoud in vergrendelde gebieden bewerken.
Opmerking: Als u probeert om een vergrendeld gebied te bewerken in een document dat is gebaseerd op een sjabloon terwijl
markering is uitgeschakeld, verandert de muisaanwijzer van vorm om aan te geven dat u niet in een vergrendeld gebied kunt
klikken.
Sjabloongebruikers kunnen ook eigenschappen wijzigen en ingangen voor een herhalingsgebied in op een sjabloon
gebaseerde documenten bewerken.
Zie ook
“Een pagina maken op basis van een bestaande sjabloon” op pagina 69
“Over sjablonen van Dreamweaver” op pagina 370
“Bewerkbare gebieden selecteren” op pagina 381
Sjablooneigenschappen wijzigen
Als sjabloonauteurs parameters in een sjabloon maken, nemen documenten die op de sjabloon zijn gebaseerd automatisch
de parameters en hun instellingen voor aanvankelijke waarden over. Een sjabloongebruiker kan bewerkbare tagkenmerken
en andere sjabloonparameters (zoals instellingen van het optionele gebied) bijwerken.
Zie ook
“Sjabloonparameters” op pagina 372
“Optionele gebieden gebruiken” op pagina 383
“Bewerkbare tagkenmerken definiëren” op pagina 386
Een bewerkbaar tagkenmerk wijzigen
1 Open het op een sjabloon gebaseerde document.
2 Selecteer Wijzigen > Sjablooneigenschappen.
Het dialoogvenster Sjablooneigenschappen wordt geopend en geeft een lijst van beschikbare eigenschappen weer. Het
dialoogvenster toont optionele gebieden en bewerkbare tagkenmerken.
3 Selecteer de eigenschap in de lijst Naam.
Het onderste gedeelte van het dialoogvenster wordt bijgewerkt om de label en de daaraan toegekende waarde van de
geselecteerde eigenschap te tonen.
4 Bewerk in het veld rechts naast de label van de eigenschap de waarde om de eigenschap in het document te wijzigen.
Opmerking: De veldnaam en waarden die kunnen worden bijgewerkt, worden gedefinieerd in de sjabloon. Kenmerken die niet
in de lijst Naam staan, kunnen niet worden gebruikt in het op een sjabloon gebaseerde document.
5 Selecteer Geneste sjablonen toestaan voor de aansturing hiervan als u de bewerkbare eigenschap wilt doorgeven aan
documenten die op de geneste sjabloon zijn gebaseerd.
Sjabloonparameters van optionele gebieden wijzigen
1 Open het op een sjabloon gebaseerde document.
2 Selecteer Wijzigen > Sjablooneigenschappen.
Het dialoogvenster Sjablooneigenschappen wordt geopend en geeft een lijst van beschikbare eigenschappen weer. Het
dialoogvenster toont optionele gebieden en bewerkbare tagkenmerken.
3 Selecteer een eigenschap in de lijst Naam.