Operation Manual

DREAMWEAVER CS3
Handboek
337
De optie Op deze pagina blijven is de beste optie voor andere browsers dan Netscape Navigator en Internet Explorer omdat
de meeste van deze browsers JavaScript niet ondersteunen. Bovendien blijven browsers die dit gedrag niet kunnen lezen,
toch al op deze pagina.
7 Voer in de vakken onder in het dialoogvenster de paden en bestandsnamen van de URL en de alternatieve URL in. Als
u een externe URL invoert, moet u behalve het www-adres ook het voorvoegsel http:// invoeren.
8 Klik op OK en controleer of de standaardgebeurtenis juist is. Als dat niet het geval is, selecteert u een andere gebeurtenis
of wijzigt u de doelbrowser in het vervolgmenu Gebeurtenissen weergeven voor.
Het gedrag Insteekmodule controleren toepassen
Gebruik het gedrag Insteekmodule controleren om bezoekers naar verschillende webpagina's te sturen afhankelijk van het
antwoord op de vraag of ze de gespecificeerde insteekmodule hebben geïnstalleerd. U kunt bezoekers bijvoorbeeld naar de
ene pagina sturen als ze Shockwave al hebben en naar de andere pagina als ze Shockwave nog niet hebben geïnstalleerd.
Opmerking: U kunt met JavaScript geen specifieke insteekmodules detecteren in Internet Explorer. Als u echter Flash of
Director selecteert, wordt er VBScript-code aan uw pagina toegevoegd waarmee deze insteekmodules wel worden gedetecteerd
in Internet Explorer op Windows-computers. De detectie van insteekmodules in Internet Explorer onder Mac OS is niet
mogelijk.
1 Selecteer een object en kies Insteekmodule controleren in het menu Acties van het paneel Gedrag.
2 Selecteer een insteekmodule in het menu Insteekmodule of klik op Invoeren en typ de exacte naam van de
insteekmodule in het aangrenzende vak.
U moet de naam van de insteekmodule exact zo invoeren als is opgegeven in vet op de pagina met informatie over
insteekmodules (plug-ins) in Netscape Navigator. (Selecteer in Windows in de Help van Netscape Navigator de optie About
Plug-ins of selecteer in Mac OS de optie About Plug-ins in het Apple-menu.)
3 Geef in het vak Indien gevonden, ga naar URL een URL op voor bezoekers die over de insteekmodule beschikken.
Als u een externe URL opgeeft, moet u het voorvoegsel http:// in het adres opnemen. Als u het veld leeg laat, blijven
bezoekers op dezelfde pagina.
4 Geef in het vak Ga anders naar de URL een alternatieve URL op voor bezoekers die de insteekmodule niet hebben. Als
u het veld leeg laat, blijven bezoekers op dezelfde pagina.
5 Geef op wat er moet gebeuren als detectie van insteekmodules niet mogelijk is. Als detectie niet mogelijk is, wordt de
bezoeker standaard naar de URL gestuurd die in het vak Ga anders naar de URL is opgegeven. Als u de bezoeker
daarentegen naar de eerste URL (in het tekstvak Indien gevonden, ga naar URL) wilt sturen, selecteert u de optie Ga altijd
naar de eerste URL als detectie niet mogelijk is. Als u deze optie selecteert, betekent dat in feite: 'neem aan dat de bezoeker
over de insteekmodule beschikt, tenzij de browser expliciet aangeeft dat de insteekmodule niet aanwezig is'. In het
algemeen geldt dat u deze optie kunt selecteren als de inhoud van de insteekmodule deel uitmaakt van de webpagina. Als
dat niet het geval is, moet u deze optie niet selecteren.
Opmerking: Deze optie is alleen van toepassing op Internet Explorer. Netscape Navigator kan insteekmodules altijd detecteren.
6 Klik op OK en controleer of de standaardgebeurtenis juist is. Als dat niet het geval is, selecteert u een andere gebeurtenis
of wijzigt u de doelbrowser in het vervolgmenu Gebeurtenissen weergeven voor.
Het gedrag Shockwave of Flash beheren toepassen
Opmerking: Dit gedrag is vanaf Dreamweaver 9 verouderd. Als u het toch wilt gebruiken, moet u het menu-item Afgekeurd
in het menu Acties van het paneel Gedrag selecteren.
Gebruik het gedrag Shockwave of Flash beheren als u een film wilt afspelen, stoppen of terugspoelen of naar een frame wilt
gaan in een Shockwave- of Flash SWF-bestand.
1 Selecteer Invoegen > Media > Shockwave of Invoegen > Media > Flash om een Shockwave- of Flash SWF-bestand in te
voegen.
2 Selecteer Venster > Eigenschappen en typ een naam voor de film in het vak in de linkerbovenhoek naast het Shockwave-
of Flash-pictogram. U moet de film een naam geven om deze te kunnen controleren met dit gedrag.