Operation Manual
DREAMWEAVER CS3
Handboek
325
De meta-tag Koppeling bewerken
1 Selecteer Weergave > Kopinhoud.
2 Selecteer de markering Koppeling die boven aan het documentvenster wordt weergegeven.
3 Stel in de eigenschappencontrole de eigenschappen van de meta-tag Koppeling in.
De eigenschappen van de meta-tag Koppeling instellen
❖
Stel de eigenschappen van de meta-tag Koppeling als volgt in:
Href Hier kunt u de URL opgeven van het bestand waarvan u de relatie met het huidige document definieert. Klik op de
knop Bladeren om een bestand te selecteren of typ een pad in het vak. Bedenk wel dat dit kenmerk geen bestand aangeeft
waarnaar u een koppeling maakt in de gebruikelijke zin van het woord in de HTML-context. De relaties die in een element
Koppeling worden gedefinieerd, zijn complexer.
ID Hier kunt u een unieke id opgeven voor de koppeling.
Titel Hier kunt u de relatie beschrijven. Dit kenmerk heeft een speciale betekenis voor gekoppelde stijlbladen. Raadpleeg
voor meer informatie het gedeelte External Style Sheets van de HTML 4.0-specificatie op de website van het World Wide
Web Consortium op www.w3.org/TR/REC-html40/present/styles.html#style-external.
Rel Hier kunt u de relatie tussen het huidige document en het document in het tekstvak Href opgeven. De mogelijke
waarden zijn:
Alternate, Stylesheet, Start, Next, Prev, Contents, Index, Glossary, Copyright, Chapter, Section,
Subsection, Appendix, Help en Bookmark. Als u meer dan één relatie wilt opgeven, scheidt u de waarden met een spatie.
Rev Hier kunt u een omgekeerde (reverse) relatie opgeven (het tegenovergestelde van Rel) tussen het huidige document en
het document in het tekstvak Href. De mogelijke waarden zijn gelijk aan die voor Rel.
Werken met include-bestanden op de server
Include-bestanden op de server
U kunt Dreamweaver gebruiken om include-bestanden op de server in uw pagina's in te voegen, de include-bestanden te
bewerken of pagina's met include-bestanden te bekijken.
Een include-bestand op de server is een bestand dat de server in uw document invoegt wanneer een browser het document
opvraagt van de server.
Wanneer de browser van een bezoeker het document opvraagt dat de include-instructie bevat, verwerkt de server de
include-instructie en wordt er een nieuw document gemaakt waarin de include-instructie wordt vervangen door de inhoud
van het ingesloten bestand. De server stuurt dit nieuwe document vervolgens naar de browser van de bezoeker. Wanneer
u een lokaal document echter rechtstreeks in een browser opent, is er geen server die de include-instructies in dat document
kan verwerken, zodat de browser het document opent zonder die instructies te verwerken en het bestand dat ingesloten zou
moeten zijn, niet in de browser wordt weergegeven. Daarom kan het moeilijk zijn om, zonder Dreamweaver te gebruiken
na te gaan hoe lokale bestanden eruit zullen zien voor bezoekers nadat u ze op de server hebt geplaatst.
Met Dreamweaver kunt u documenten echter bekijken zoals ze eruit zullen zien nadat ze op de server zijn geplaatst, zowel
in de ontwerpweergave als bij voorvertoning in een browser.
Als u een include-bestand op de server in een document invoegt, wordt een verwijzing naar een extern bestand ingevoegd,
maar wordt de inhoud van het opgegeven document niet in het huidige document ingevoegd. Dreamweaver geeft de
inhoud van het externe bestand weer in de ontwerpweergave, waardoor u gemakkelijker pagina's kunt ontwerpen.
U kunt het ingesloten bestand niet rechtstreeks in het document bewerken. Als u de inhoud van een include-bestand op
de server wilt bewerken, moet u dat bestand rechtstreeks bewerken. Wijzigingen in het externe bestand worden
automatisch weerspiegeld in elk document waarin het bestand is ingesloten.