Operation Manual
DREAMWEAVER CS3
Handboek
130
Laat een van de volgende eigenschappen leeg als deze niet belangrijk zijn voor de stijl:
Typ Hiermee bepaalt u als volgt hoe de browser het geselecteerde element gaat positioneren:
• Absoluut plaatst de inhoud met behulp van de coördinaten die u hebt opgegeven in de vakken Plaatsing, relatief ten
opzichte van het dichtstbijzijnde absoluut of relatief gepositioneerde bovenliggende element, of, als er geen absoluut of
relatief gepositioneerd bovenliggende element is, in de linkerbovenhoek van de pagina.
• Relatief plaatst het blok inhoud met behulp van de coördinaten die u hebt opgegeven in de vakken Plaatsing, relatief ten
opzichte van de positie van het blok in de tekststroom van het document. Als u een element bijvoorbeeld een relatieve
positie en coördinaten voor boven en links van elke 20 px (pixels) geeft, verschuift het element 20 pixels naar rechts en
20 pixels naar onder vanaf zijn normale positie in de stroom. Elementen kunnen ook relatief worden gepositioneerd,
met of zonder coördinaten voor boven, links, rechts of onder, om een context te bepalen voor absoluut gepositioneerde
onderliggende elementen.
• Vast plaatst de inhoud met behulp van de coördinaten die u hebt opgegeven in de vakken Plaatsing, relatief ten opzichte
van de linkerbovenhoek van de browser. Terwijl de gebruiker via schuiven door de pagina bladert, blijft de inhoud vast
op die positie.
• Statisch plaatst de inhoud op de plaats ervan in de tekststroom. Dit is de standaardpositie van alle positioneerbare
HTML-elementen.
Zichtbaarheid Hiermee bepaalt u de aanvankelijke weergavetoestand van de inhoud. Als u geen eigenschap voor
zichtbaarheid opgeeft, krijgt de inhoud standaard de waarde van de bovenliggende label. De standaardzichtbaarheid van de
label body is zichtbaar. Selecteer een van de volgende zichtbaarheidsopties:
• Overnemen (standaard) neemt de zichtbaarheidseigenschap van het bovenliggende element van de inhoud over.
• Zichtbaar geeft de inhoud altijd weer, ongeacht de waarde van het bovenliggende element.
• Verborgen verbergt de inhoud, ongeacht de waarde van het bovenliggende element.
Z-index Hiermee bepaalt u de stapelvolgorde van de inhoud. Elementen met een hogere Z-index verschijnen boven
elementen met een lagere Z-index (of die met helemaal geen index). Waarden kunnen positief of negatief zijn. (Als uw
inhoud absoluut is gepositioneerd, is het eenvoudiger om de stapelvolgorde te wijzigen met behulp van het paneel AP-
elementen.
Overloop Hiermee bepaalt u wat er gebeurt als de inhoud van een container (bijvoorbeeld een element div of p) de grootte
ervan overschrijdt. Deze eigenschappen bepalen hoe met de uitbreiding wordt omgegaan:
• Zichtbaar maaktdecontainerdusdaniggroterdatalleinhouderinzichtbaarwordt.Decontainerwordtnaarbenedenen
naar rechts uitgebreid.
• Verborgen handhaaft de grootte van de container en knipt alle inhoud die er niet in past, af. Er zijn geen schuifbalken
beschikbaar.
• Schuiven voegt schuifbalken toe aan de container, ongeacht of de inhoud de grootte van de container overtreft. Met name
de beschikbaarheid van schuifbalken vermijdt verwarring die het verschijnen en verdwijnen van schuifbalken in een
dynamische omgeving zou kunnen veroorzaken. Deze optie wordt niet weergegeven in het documentvenster.
• Auto zorgt ervoor dat schuifbalken alleen verschijnen wanneer de inhoud van de container de grenzen ervan
overschrijdt. Deze optie wordt niet weergegeven in het documentvenster.
Plaatsing Hiermee bepaalt u de locatie en de grootte van het blok inhoud. Hoe de browser de locatie interpreteert, is
afhankelijk van de instelling voor Type. Waarden voor grootte worden onderdrukt als de inhoud van het blok inhoud de
opgegeven grootte overschrijdt.
De standaardeenheden voor locatie en grootte zijn pixels. U kunt echter ook de volgende eenheden opgeven: pc (pica's),
pt (punten), in (inches), mm (millimeters), cm (centimeters), (ems), (exs) of % (percentage van de waarde van het
bovenliggende element). De afkortingen moeten zonder spatie op de waarde volgen: bijvoorbeeld
3mm.
Uitknippen Hiermee bepaalt u het gedeelte van de inhoud, dat zichtbaar is. Als u een gebied voor uitknippen opgeeft, kunt
u toegang ertoe krijgen met een scripttaal zoals JavaScript en de eigenschappen manipuleren om speciale effecten te maken,
zoals sluitereffecten. Deze sluitereffecten kunnen worden ingesteld met behulp van het gedrag Eigenschap wijzigen.
4 Als u deze opties hebt ingesteld, selecteert u een andere CSS-categorie aan de linkerzijde van het paneel om extra
stijleigenschappen in te stellen of klikt u op OK.