Operation Manual

Klik op de waarden en typ de vereiste waarde. Als u wilt dat alle vier waarden gelijk zijn en tegelijkertijd
worden gewijzigd, klikt u op het koppelingspictogram (
) in het midden.
U kunt op elk moment specifieke waarden uitschakelen (
) of verwijderen ( ). Zo kunt u de waarde voor de
marge aan de linkerkant uitschakelen en de waarden voor de rechterkant, bovenkant en onderkant behouden.
Pictogrammen voor uitschakelen, verwijderen en koppelen van marges
Randeigenschappen instellen
De eigenschappen voor het aanpassen van randen zijn ingedeeld in logische tabbladen zodat u snel de
eigenschappen kunt weergeven of wijzigen.
Als u de voorkeur geeft aan code, kunt u stenocode voor randen en de straal van de rand opgeven in het
tekstvak voor snel bewerken.
Als u eigenschappen voor besturingselementen voor randen wilt opgeven, stelt u eerst de eigenschappen in
op het tabblad Alle zijden. De andere tabbladen worden dan ingeschakeld en de eigenschappen van het
tabblad Alle zijden worden weergegeven voor afzonderlijke randen.
Wanneer u een eigenschap in de afzonderlijke randtabbladen wijzigt, verandert de waarde van de
overeenkomstige eigenschap op het tabblad ‘Alle zijden’ in ´undefined´ (standaardwaarde).
In het onderstaande voorbeeld is de randkleur ingesteld op zwart en vervolgens gewijzigd in rood voor de
bovenrand.
91