Operation Manual

Opmerking:
Opmerking:
Naar boven
hoofdmap van de website beheert, kunt u twee Dreamweaver-sites definiƫren. Stel de eerste site zo in dat deze naar de hoofdmap van de
server wijst en laat de tweede naar de hoofdmap van de website wijzen. Gebruik het pop-upmenu van de site in het paneel Bestanden om snel
tussen de twee sites te schakelen.
Ga als volgt te werk om CFC's in Dreamweaver weer te geven:
1. Open een willekeurige ColdFusion-pagina in Dreamweaver.
2. Selecteer in het paneel Componenten (Venster > Componenten) CF-componenten in het pop-upmenu.
3. Klik op de knop Vernieuwen in het paneel om de componenten op te halen.
Het componentenpakket wordt op de server weergegeven. Een componentenpakket is een map die CFC-bestanden bevat.
Als er geen bestaande componentenpakketten worden weergegeven, klikt u op de paneelwerkbalk op de knop Vernieuwen.
4. Als u alleen de CFC's in uw sitemap wilt weergeven, klikt u op de knop Alleen CFC's van huidige site weergeven op de
werkbalk van het paneel Componenten.
Deze functie is alleen beschikbaar als u een computer hebt gedefinieerd waarop ColdFusion MX 6 of hoger als
testserver voor Dreamweaver wordt uitgevoerd.
Als de huidige site in een virtuele map op de externe server wordt vermeld, werkt het filter niet.
5. Klik op de plusknop (+) naast de pakketnaam om de componenten in het pakket te bekijken.
Als u de functies van een component wilt weergeven, klikt u op de plusknop (+) naast de componentnaam.
Als u wilt zien welke argumenten een functie gebruikt, wat het type van die argumenten is en of de argumenten verplicht
of optioneel zijn, opent u het functie-item in de structuurweergave.
Functies die geen argumenten hebben, hebben geen plusknop (+).
Als u snel de details van een argument, functie, component of pakket wilt bekijken, selecteert u het item in de
structuurweergave en klikt u op de knop Details ophalen op de paneelwerkbalk.
U kunt ook met de rechtermuisknop (Windows) of Control (Macintosh) ingedrukt op het item klikken en Details ophalen in
het pop-upmenu kiezen.
Details over het item worden in een berichtvak weergegeven.
CFC's bewerken in Dreamweaver
Dreamweaver biedt een gestroomlijnde manier om de code te bewerken van de ColdFusion-componenten die voor de site zijn gedefinieerd. U
kunt een componentfunctie bijvoorbeeld toevoegen, wijzigen of verwijderen zonder Dreamweaver te verlaten.
U moet de ontwikkelomgeving als volgt instellen om deze functie te kunnen gebruiken:
ColdFusion moet lokaal worden uitgevoerd.
In het dialoogvenster Geavanceerde sitedefinitie van Dreamweaver moet het toegangstype dat in de categorie Testserver is
opgegeven, Lokaal/Netwerk zijn.
In het dialoogvenster Geavanceerde sitedefinitie moet het pad naar de lokale hoofdmap hetzelfde zijn als het pad van de
testservermap (bijvoorbeeld c:\Inetpub\wwwroot\cf_projects\myNewApp\). U kunt deze paden bekijken en wijzigen door Site >
Sites bewerken te kiezen.
De component moet zijn opgeslagen in de lokale sitemap of een van de submappen daarvan op uw vaste schijf.
Open een ColdFusion-pagina in Dreamweaver en geef de componenten weer in het paneel Componenten. Als u de componenten wilt weergeven,
opent u het paneel Componenten (Venster > Componenten), kiest u CF-componenten in het pop-upmenu van het paneel en klikt u op de knop
Vernieuwen in het paneel.
Omdat ColdFusion lokaal wordt uitgevoerd, geeft Dreamweaver componentenpakketten op de vaste schijf weer.
Ga als volgt te werk om een component te bewerken.
1. Open een ColdFusion-pagina in Dreamweaver en geef de componenten weer in het paneel Componenten (Venster >
Componenten).
803