Operation Manual
Opmerking:
Naar boven
Opmerking:
Naar boven
Het paneel Componenten is alleen beschikbaar wanneer u een ColdFusion-pagina in Dreamweaver weergeeft.
Een CFC maken of verwijderen in Dreamweaver
Met Dreamweaver kunt u visueel een CFC en de bijbehorende functies definiëren. Dreamweaver maakt een CFC-bestand en voegt de
noodzakelijke CFML-tags voor u in.
Afhankelijk van de component, moet u bepaalde code handmatig afmaken.
1. Open een ColdFusion-pagina in Dreamweaver.
2. Selecteer in het paneel Componenten (Venster > Componenten) CF-componenten in het pop-upmenu.
3. Klik op de plusknop (+) en vul het dialoogvenster Componenten maken in. Klik op OK.
a. Voer in de sectie Componenten de details over de component in. Hier volgt een gedeeltelijke lijst:
Naam Hier geeft u de bestandsnaam van de component op. De naam mag alleen alfanumerieke tekens en
onderstrepingstekens (_) bevatten. Geef de bestandsextensie .CFC niet op wanneer u de naam invoert.
Map component Hier geeft u op waar de component wordt opgeslagen. Selecteer de hoofdmap van de
webtoepassing op (zoals \Inetpub\wwwroot\myapp\) of een van de submappen van deze hoofdmap.
b. Als u een of meer functies voor de component wilt definiëren, kiest u Functies in de lijst Sectie, klikt u op de plusknop
(+) en voert u de details van de nieuwe functie in.
Zorg ervoor dat u het type opgeeft van de waarde die wordt geretourneerd door de functie in de optie Retourtype.
Als u in het menu Toegang de optie extern kiest, wordt de functie beschikbaar als een webservice.
c. Als u een of meer argumenten voor een functie wilt definiëren, kiest u Argumenten in de lijst Sectie. Selecteer de functie in
het pop-upmenu, klik op de plusknop (+) en voer rechts de details van het nieuwe argument in.
4. Als u een externe ontwikkelingsserver gebruikt, laadt u het CFC-bestand en alle afhankelijke bestanden (zoals de bestanden
die worden gebruikt om een functie te implementeren of bestanden op te nemen) op de externe server.
Door de bestanden te uploaden, zorgt u ervoor dat Dreamweaver-functies als Live View en Voorvertoning in browser correct
werken.
Dreamweaver schrijft een CFC-bestand en slaat het in de opgegeven map op. De nieuwe component wordt ook in het paneel
Componenten weergegeven (nadat u op Vernieuwen hebt geklikt).
5. Als u een externe ontwikkelingsserver gebruikt, laadt u het CFC-bestand en alle afhankelijke bestanden (zoals de bestanden
die worden gebruikt om een functie te implementeren of bestanden op te nemen) op de externe server.
CFC's weergeven in Dreamweaver
Dreamweaver biedt een manier om de ColdFusion-componenten (CFC's) die zich in uw sitemap of op de server bevinden, visueel te onderzoeken.
Dreamweaver leest de CFC-bestanden en geeft gegevens over de bestanden weer in een eenvoudig te manipuleren structuur in het paneel
Componenten.
Dreamweaver zoekt naar de componenten op de testserver (zie Verbinding maken met de database in Dreamweaver). Als u CFC's maakt of
bestaande CFC's wijzigt, moet u ervoor zorgen dat u de CFC-bestanden naar de testserver uploadt zodat ze nauwkeurig worden weergegeven in
het paneel Componenten.
Wijzig de instellingen van de testserver als u de componenten op een andere server wilt weergeven.
U kunt de volgende informatie over uw CF-componenten weergeven:
Geef een lijst weer met alle ColdFusion-componenten die op de server zijn gedefinieerd.
Als u met ColdFusion MX 7 of hoger werkt, filtert u de lijst zodat alleen de CFC's in uw sitemap worden weergegeven.
Verken de functies en argumenten van elke component.
Bekijk de eigenschappen van functies die als webservices fungeren.
Als u Dreamweaver wilt gebruiken om de CFC's in de hoofdmap van de server te inspecteren terwijl u ook de sitebestanden in een andere
802










