Operation Manual

Het verborgen formulierveld is nodig om de record-id op te slaan die door de URL-parameter wordt doorgegeven. U voegt
een verborgen veld toe door de invoegpositie in het formulier te plaatsen en Invoegen > Formulier > Verborgen veld te kiezen.
4. Voeg een knop aan het formulier toe.
De gebruiker zal straks op de knop klikken om de weergegeven record te bevestigen en te verwijderen. U voegt een knop toe
door de invoegpositie in het formulier te plaatsen en Invoegen > Formulier > Knop te kiezen.
5. Pas het ontwerp van de pagina desgewenst aan en sla de pagina op.
De record ophalen die de gebruiker wil verwijderen
1. Klik in het paneel Bindingen (Venster > Bindingen) op de plusknop (+) en kies Recordset (Query) in het pop-upmenu.
Het dialoogvenster Eenvoudige recordset of gegevensset wordt geopend. Als het dialoogvenster Geavanceerde recordset
wordt geopend, klikt u op Eenvoudig.
2. Geef de recordset een naam, en selecteer een gegevensbron en de databasetabel die de records bevat die de gebruikers
kunnen verwijderen.
3. Selecteer in het gebied Kolommen de tabelkolommen (recordvelden) die u op de pagina wilt weergeven.
Als u slechts enkele velden van de record wilt weergeven, klikt u op Geselecteerd en kiest u de gewenste velden door op de
kolommen in de lijst te klikken terwijl u Control (Windows) of Command (Macintosh) ingedrukt houdt.
Zorg ervoor dat u ook het veld met de record-id selecteert, zelfs als u dit veld niet wilt weergeven.
4. Vul de sectie Filter als volgt in om de record te zoeken en weer te geven die is opgegeven in de URL-parameter die door de
resultatenpagina is doorgegeven:
Selecteer in het eerste pop-upmenu in het gebied Filter de kolom in de recordset met waarden die overeenkomen met de
waarde van de URL-parameter die door de pagina met de koppelingen Verwijderen is doorgegeven. Als de URL-
parameter bijvoorbeeld een record-id-nummer bevat, selecteert u de kolom die record-id-nummers bevat. In het eerder
besproken voorbeeld bevat de recordsetkolom CODE de waarden die overeenkomen met de waarde van de URL-
parameter die door de pagina met de verwijderkoppelingen is doorgegeven.
Selecteer in het pop-upmenu naast het eerste menu het gelijkteken als dit nog niet is geselecteerd.
Selecteer in het derde pop-upmenu de optie URL-parameter. De pagina met de verwijderkoppelingen gebruikt een URL-
parameter om informatie aan de verwijderpagina door te geven.
Voer in het vierde vak de naam in van de URL-parameter die de pagina met de verwijderkoppelingen heeft doorgegeven.
5. Klik op OK.
De recordset wordt in het paneel Bindingen weergegeven.
De record weergeven die de gebruiker wil verwijderen
1. Selecteer de recordsetkolommen (recordvelden) in het paneel Bindingen en sleep ze naar de verwijderpagina.
Zorg ervoor dat u deze dynamische alleen-lezeninhoud binnen de grenzen van het formulier invoegt. ZieTekst dynamisch
maken voor meer informatie over het invoegen van dynamische inhoud op een pagina.
Vervolgens moet u de kolom met de record-id aan het verborgen formulierveld koppelen.
784