Operation Manual

Naar boven
Wanneer de pagina wordt uitgevoerd, worden de waarden van het veld CODE van de recordset ingevoegd in de
corresponderende rijen van de dynamische tabel. Als de verhuurlocatie Canberra, Australië bijvoorbeeld de code CBR heeft,
wordt de volgende URL gebruikt in de rij Canberra van de dynamische tabel:
10. Sla de pagina op.
De koppelingen visueel maken (alleen ASP)
1. Maak op de resultatenpagina een kolom in de tabel die wordt gebruikt om records weer te geven. Daartoe klikt u in de laatste
tabelkolom en kiest u Wijzigen > Tabel > Rijen of kolommen invoegen.
2. Selecteer de optie Kolommen en de optie Na huidige kolom, en klik op OK.
Er wordt een kolom aan de tabel toegevoegd.
3. Voer in de rij met de tijdelijke aanduidingen voor dynamische inhoud van de zojuist gemaakte tabelkolom de tekenreeks
Delete in. Zorg ervoor dat u de tekenreeks invoert in het herhalingsgebied met tabs.
U kunt ook een afbeelding met een woord of symbool invoegen om te verwijderen.
4. Selecteer de tekenreeks Delete om er een koppeling op toe te passen.
5. Klik in het deelvenster Servergedrag (Venster > Servergedrag) op de plusknop (+) en kies Naar detailpagina in het pop-
upmenu.
6. Klik in het vak Detailpagina op Bladeren en zoek de verwijderpagina.
7. Geef in het vak URL-parameter doorgeven de naam van de parameter op, bijvoorbeeld recordID.
U kunt elke gewenste naam opgeven, maar noteer de naam, want u gaat deze later op de verwijderpagina gebruiken.
8. Geef de waarde op die u aan de verwijderpagina wilt doorgeven door een recordset en een kolom te selecteren in de menu's
Recordset en Kolom. Gewoonlijk is de waarde uniek voor de record, zoals de unieke sleutel-id van de record.
9. Selecteer de optie URL-parameters.
10. Klik op OK.
De geselecteerde tekst wordt met een speciale koppeling omkaderd. Wanneer de gebruiker op de koppeling klikt, geeft het
servergedrag Ga naar detailpagina een URL-parameter met de record-id door aan de opgegeven verwijderpagina. Als de
URL-parameter bijvoorbeeld recordID heet en de verwijderpagina confirmdelete.asp, ziet de URL er ongeveer als volgt uit
wanneer de gebruiker op de koppeling klikt:
http://www.mysite.com/confirmdelete.asp?recordID=43
Het eerste deel van de URL, http://www.mysite.com/confirmdelete.asp, opent de verwijderpagina. Het tweede deel, ?
recordID=43, is de URL-parameter. Deze vertelt de verwijderpagina welke record moet worden opgehaald en weergegeven.
De term recordID is de naam van de URL-parameter en 43 is de waarde daarvan. In dit voorbeeld bevat de URL-parameter
het id-nummer van de record, 43.
De verwijderpagina samenstellen
Schakel naar de verwijderpagina wanneer u de pagina hebt voltooid waarop de records worden vermeld. De verwijderpagina toont de record en de
gebruiker wordt gevraagd of deze record mag worden verwijderd. Wanneer de gebruiker de bewerking bevestigt door op de formulierknop te
klikken, verwijdert de webtoepassing de record uit de database.
Het samenstellen van deze pagina bestaat uit het maken van een HTML-formulier, het ophalen van de record die in het formulier moet worden
weergegeven, het weergeven van de record in het formulier, en het toevoegen van de instructies om de record uit de database te verwijderen. Het
ophalen en weergeven van de record bestaat uit het definiëren van een recordset die een enkele record bevat (de record die de gebruiker wil
verwijderen) en het koppelen van de recordsetkolommen aan het formulier.
Opmerking: De verwijderpagina kan slechts één servergedrag voor het bewerken van records tegelijk bevatten. U kunt bijvoorbeeld niet zowel een
servergedrag Record invoegen als een servergedrag Record bijwerken aan de verwijderpagina toevoegen.
Een HTML-formulier maken om de record weer te geven
1. Maak een pagina en sla deze op als de verwijderpagina die u in de vorige sectie hebt opgegeven.
U hebt een verwijderpagina opgegeven toen u in de vorige sectie de koppeling Verwijderen hebt gemaakt. Gebruik deze
naam wanneer u het bestand de eerste keer opslaat (bijvoorbeeld deleteConfirm.cfm).
2. Voeg een HTML-formulier op de pagina in (Invoegen > Formulier > Formulier).
3. Voeg een verborgen formulierveld aan het formulier toe.
1 confirmDelete.asp?recordID=CBR
783