Operation Manual
De formulierobjecten dienen voor de gegevensinvoer. Gewoonlijk worden tekstvelden voor dit doel gebruikt, maar u kunt ook
menu's, opties en keuzerondjes gebruiken.
5. Voeg een knop Verzenden aan het formulier toe (Invoegen > Formulier > Knop).
U kunt de label van de knop Verzenden veranderen door de knop te selecteren, de eigenschappencontrole te openen
(Venster > Eigenschappen) en een nieuwe waarde in te voeren in het vak Label.
Servergedrag toevoegen om records in een databasetabel in te voegen (ColdFusion)
1. Klik in het deelvenster Servergedrag (Venster > Servergedrag) op de plusknop (+) en selecteer Record invoegen in het pop-
upmenu.
2. Selecteer een formulier in het pop-upmenu Waarden verzenden vanaf.
3. Selecteer in het pop-upmenu Gegevensbron een verbinding met de database.
4. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in.
5. Selecteer in het pop-upmenu 'Invoegen in tabel' de databasetabel waarin u de record wilt invoegen.
6. Geef een databasekolom op waarin u de record wilt invoegen, selecteer in het pop-upmenu Waarde het formulierobject
waarmee u de record wilt invoegen en selecteer vervolgens in het pop-upmenu Verzenden als een gegevenstype voor het
formulierobject.
Het gegevenstype is het soort gegevens dat de kolom in de databasetabel verwacht (tekst, numeriek, Booleaanse opties).
Herhaal de procedure voor elk formulierobject in het formulier.
7. Voer in het vak 'Na invoegen, ga naar' de pagina in die u wilt openen nadat de record in de tabel is ingevoegd, of klik op de
knop Bladeren om het bestand te zoeken.
8. Klik op OK.
Dreamweaver voegt servergedrag aan de pagina toe waarmee gebruikers records in een database kunnen invoegen door het
HTML-formulier in te vullen en op de knop Verzenden te klikken.
Servergedrag toevoegen om records in een databasetabel in te voegen (ASP)
1. Klik in het deelvenster Servergedrag (Venster > Servergedrag) op de plusknop (+) en selecteer Record invoegen in het pop-
upmenu.
2. Selecteer in het pop-upmenu Verbinding een verbinding met de database.
Klik op de knop Definiƫren als u een verbinding moet definiƫren.
3. Selecteer in het pop-upmenu Invoegen in tabel de databasetabel waarin de record moet worden ingevoegd.
4. Voer in het vak 'Na invoegen, ga naar' de pagina in die u wilt openen nadat de record in de tabel is ingevoegd, of klik op de
knop Bladeren om het bestand te zoeken.
5. Selecteer in het pop-upmenu 'Waarden ophalen uit' het HTML-formulier dat wordt gebruikt om de gegevens in te voeren.
Dreamweaver selecteert automatisch het eerste formulier op de pagina.
6. Geef een databasekolom op waarin u de record wilt invoegen, selecteer in het pop-upmenu Waarde het formulierobject
waarmee u de record wilt invoegen en selecteer vervolgens in het pop-upmenu Verzenden als een gegevenstype voor het
formulierobject.
Het gegevenstype is het soort gegevens dat de kolom in de databasetabel verwacht (tekst, numeriek, Booleaanse opties).
Herhaal de procedure voor elk formulierobject in het formulier.
7. Klik op OK.
Dreamweaver voegt servergedrag aan de pagina toe waarmee gebruikers records in een database kunnen invoegen door het
HTML-formulier in te vullen en op de knop Verzenden te klikken.
Als u het servergedrag wilt bewerken, opent u het paneel Servergedrag (Venster > Servergedrag) en dubbelklikt u op het
gedrag Record invoegen.
773










