Operation Manual
Naar boven
Naar boven
Naar boven
4. Voer een SELECT-instructie in het tekstgebied SQL in.
Zorg ervoor dat de instructie een WHERE-clausule met variabelen bevat om de zoekparameters in op te slaan. In het
volgende voorbeeld worden de variabelen varLastName en varDept genoemd:
U kunt typewerk besparen door gebruik te maken van de structuur met database-items, onder in het dialoogvenster
Geavanceerde recordset. Zie Een geavanceerde recordset definiëren door SQL te schrijven voor instructies.
Raadpleeg voor hulp bij het werken met de SQL-syntaxis de SQL primer op www.adobe.com/go/learn_dw_sqlprimer_nl.
5. Geef de SQL-variabelen de waarden van de zoekparameters. Daartoe klikt u op de plusknop (+) in het gebied Variabelen en
voert u de naam van de variabelen in, de standaardwaarde (de waarde die de variabele krijgt als geen runtime-waarde wordt
geretourneerd) en een runtime-waarde (gewoonlijk een serverobject dat een waarde bevat die door een browser wordt
verzonden, bijvoorbeeld een request-variabele).
In het volgende ASP-voorbeeld gebruikt het HTML-formulier op de zoekpagina de methode GET en bevat het formulier een
tekstveld met de naam LastName en een tekstveld met de naam Department:
In ColdFusion zouden de runtime waarden #LastName# en #Department# zijn. In PHP zouden de runtime waarden
$_REQUEST["LastName"] en $_REQUEST["Department"] zijn.
6. (Optioneel) Klik op Testen om een instantie van de recordset te maken met de standaardwaarden voor de variabelen.
De standaardwaarden simuleren de waarden die anders door de zoekpagina zouden worden geretourneerd. Klik op OK om de
testrecordset te sluiten.
7. Klik op OK als u tevreden bent met de recordset.
De SQL-query wordt in de pagina ingevoegd.
In de volgende stap wordt de recordset op de resultatenpagina weergegeven.
De zoekresultaten weergeven
Wanneer u een recordset hebt gemaakt die de zoekresultaten bevat, moet u de informatie op de resultatenpagina weergeven. Het weergeven van
de records kan een eenvoudige kwestie zijn van het slepen van afzonderlijke kolommen van het paneel Bindingen naar de resultatenpagina. U
kunt navigatiekoppelingen toevoegen om de recordset voor- en achterwaarts te doorlopen, of u kunt een herhalingsgebied maken om meerdere
records op de pagina weer te geven. U kunt ook koppelingen aan een detailpagina toevoegen.
Zie Databaserecords weergeven voor meer informatie over methoden om dynamische inhoud anders op een pagina weer te geven dan in de vorm
van resultaten in een dynamische tabel.
1. Plaats de invoegpositie waar u de dynamische tabel op de resultatenpagina wilt weergeven en kies Invoegen >
Gegevensobjecten > Dynamische gegevens > Dynamische tabel.
2. Vul het dialoogvenster Dynamische tabel in door de recordset te selecteren die u voor de opslag van de zoekresultaten hebt
gedefinieerd.
3. Klik op OK. Op de resultatenpagina wordt een dynamische tabel ingevoegd die de zoekresultaten weergeeft.
Een detailpagina maken voor een resultatenpagina
Uw set met zoek- en resultatenpagina's kan een detailpagina bevatten om meer informatie over specifieke records op de resultatenpagina weer te
geven. In dit geval wordt de resultatenpagina eveneens als hoofdpagina gekopieerd in een hoofd-/detailpaginaset.
Een koppeling maken om een gerelateerde pagina te openen (ASP)
U kunt een koppeling maken die een aanverwante pagina opent en bestaande parameters aan die pagina doorgeeft. Het servergedrag is alleen
1
2
3
SELECT EMPLOYEEID, FIRSTNAME, LASTNAME, DEPARTMENT, EXTENSION FROM EMPLOYEE ¬
WHERE LASTNAME LIKE 'varLastName' ¬
AND DEPARTMENT LIKE 'varDept'
770










