Operation Manual

Naar boven
1. Selecteer in het pop-upmenu Code invoegen de optie Relatief ten opzichte van een specifieke tag.
2. Voer de tag in het vak Tag in of selecteer er een in het pop-upmenu.
Als u een tag invoert, hoeft u geen haakjes (<>).
3. Geef een locatie ten opzichte van de tag op door een optie in het pop-upmenu Relatieve positie te selecteren.
Een codeblok plaatsen ten opzichte van een tag die de ontwerper van de pagina heeft gekozen
1. Selecteer in het pop-upmenu Code invoegen de optie Relatief ten opzichte van de selectie.
2. Geef een locatie ten opzichte van de selectie op door een optie in het pop-upmenu Relatieve positie te selecteren.
U kunt uw codeblok net voor of net na de selectie invoegen. U kunt ook de selectie door het codeblok vervangen of het
codeblok om de selectie heen laten lopen.
Als u het codeblok rond een selectie wilt laten lopen, moet de selectie bestaan uit een openingstag en een afsluitende tag
met niets daartussen, zoals volgt:
Voeg het stukje codeblok van de openingstag vóór de openingstag van de selectie in en voeg het stukje codeblok van de
afsluitende tag na de afsluitende tag van de selectie in.
Codeblokken herhalen met de lusinstructie
Als u een gedeelte van een codeblok of het hele codeblok een aantal keer wilt herhalen, gebruikt u de volgende syntaxis:
Wanneer u een servergedrag maakt, kunt u met lusconstructies een codeblok een bepaald aantal keer herhalen.
De lusinstructie accepteert een met komma's gescheiden lijst met parameterarrays als argumenten. In dit geval kan een gebruiker met
parameterarrays als argument meerdere waarden voor een enkele parameter opgeven. De herhalingstekst wordt n keer gedupliceerd, waarbij n de
lengte is van de parameterarray-argumenten. Als meer dan één parameterarray-argument is opgegeven, moeten alle arrays even lang zijn. Bij de
ide evaluatie van de lus vervangen de ide elementen van de parameterarrays de bijbehorende parameterinstanties in het codeblok.
Wanneer u een dialoogvenster voor het servergedrag maakt, kunt u een besturingselement aan het dialoogvenster toevoegen waarmee de
paginaontwerper parameterarrays kan maken. Dreamweaver bevat een eenvoudig arraybesturingselement dat u kunt gebruiken om
dialoogvensters te maken. Dit besturingselement, de Door komma’s gescheiden lijst van tekstvelden, is beschikbaar via de opbouwfunctie voor
servergedrag. Als u complexere gebruikersinterface-elementen wilt maken, raadpleegt u de API-documentatie voor het maken van een
dialoogvenster met een besturingselement waarmee u arrays kunt maken (bijvoorbeeld een rasterbesturingselement).
U kunt een willekeurig aantal voorwaarden of een lusinstructie in een voorwaardelijke instructie nesten. U kunt bijvoorbeeld opgeven dat de lus
wordt uitgevoerd als een bepaalde expressie waar is.
In het volgende voorbeeld ziet u hoe een dergelijke herhaling van codeblokken kan worden gebruikt om servergedrag te maken (het voorbeeld is
een ColdFusion-gedrag dat wordt gebruikt om toegang te krijgen tot een opgeslagen procedure):
In dit voorbeeld kan de CFSTOREDPROC-tag nul of meer CFPROCPARAM-tags bevatten. Zonder de lusinstructie is het echter niet mogelijk om
de CFPROCPARAM-tags in de ingevoegde CFSTOREDPROC-tag op te nemen. Als dit zonder lusinstructie als een servergedrag moest worden
1 <CFIF Day="Monday"></CFIF>
1
2
<@ loop (<dfn class="term">@@param1@@,@@param2@@</dfn>) @> <dfn class="term">code
block</dfn><@ endloop @>
1
2
<@ loop (<dfn class="term">@@param1@@,@@param2@@,@@param3@@,@@param_n@@</dfn>) @> code block
<@ endloop @>
1
2
3
4
5
6
7
8
9
<CFSTOREDPROC procedure="AddNewBook"
datasource=#MM_connection_DSN#
username=#MM_connection_USERNAME#
password=#MM_connection_PASSWORD#>
<CFPROCPARAM type="IN" dbvarname="@CategoryId" value="#Form.CategoryID#"
cfsqltype="CF_SQL_INTEGER">
<CFPROCPARAM type="IN" dbvarname="@ISBN" value="#Form.ISBN#"
cfsqltype="CF_SQL_VARCHAR">
</CFSTOREDPROC>
722