Operation Manual
Naar boven
Een codeblok plaatsen
Wanneer u met de opbouwfunctie voor servergedrag codeblokken maakt, moet u opgeven waar u ze in de HTML-code van de pagina wilt
invoegen.
Als u bijvoorbeeld een codeblok invoegt boven de begintag <html>, moet u de positie van het codeblok opgeven ten opzichte van andere tags,
scripts en servergedrag in die sectie van de HTML-code van de pagina. Een gedrag wordt dikwijls voor of na recordsetquery's geplaatst die ook in
de paginacode staan voor de openingstag <html>.
Wanneer u een plaatsingsoptie kiest in het pop-upmenu Code invoegen, veranderen de beschikbare opties in het pop-upmenu Relatieve positie
om relevante opties voor dat deel van de pagina weer te geven. Als u bijvoorbeeld Boven de <html>-tag kiest in het pop-upmenu Code invoegen,
geven de plaatsingsopties in het pop-upmenu Relatieve positie keuzen weer die relevant zijn voor dat deel van de pagina.
In de volgende tabel ziet u de invoegopties voor het codeblok en de relatieve plaatsingsopties die voor elke invoegoptie beschikbaar zijn:
Opties voor Code invoegen Opties voor Relatieve positie
Boven de <html>-tag
Aan het begin van het bestand
Net voor de recordsets
Net na de recordsets
Net boven de <html>-tag
Aangepaste positie
Onder de </html>-tag
Voor het bestandseinde
Voor de afsluiting van de recordset
Na de afsluiting van de recordset
Na de </html>-tag
Aangepaste positie
Relatief ten opzichte van een
specifieke tag
Selecteer een tag in het pop-upmenu Tag en kies een van de opties voor het
plaatsen van de tag.
Relatief ten opzichte van de
selectie
Voor de selectie
Na de selectie
De selectie vervangen
Rondom de selectie plaatsen
Als u een aangepaste positie wilt opgeven, moet u een gewicht aan het codeblok toekennen. Gebruik de optie Aangepaste positie wanneer u
meer dan één codeblok in een bepaalde volgorde moet invoegen. Als u bijvoorbeeld een geordende reeks van drie codeblokken moet invoegen na
de codeblokken die recordsets openen, moet u het eerste blok het gewicht 60, het tweede het gewicht 65 en het derde het gewicht 70 geven.
Standaard wijst Dreamweaver een gewicht van 50 toe aan alle codeblokken die een recordset openen en die boven de <html>-tag worden
ingevoegd. Als het gewicht van twee of meer blokken gelijk is, plaatst Dreamweaver de blokken in willekeurige volgorde.
Een codeblok plaatsen (algemene instructies)
1. Schrijf een codeblok met de opbouwfunctie voor servergedrag.
2. Selecteer in het dialoogvenster Opbouwfunctie voor servergedrag de positie waarop u het codeblok wilt invoegen in het pop-
upmenu Code invoegen.
3. Selecteer in het dialoogvenster Opbouwfunctie voor servergedrag de positie ten opzichte van de positie die u in het pop-
upmenu Code invoegen hebt geselecteerd.
4. Als het codeblok helemaal is voltooid, klikt u op OK.
Het servergedrag wordt weergegeven in het paneel Servergedrag (Venster > Servergedrag). Klik op de plusknop (+) om het
servergedrag weer te geven.
5. Test het servergedrag en controleer of het correct werkt.
Een codeblok ten opzichte van een andere tag op de pagina plaatsen
1 @@rsName@@ = Statement@@rsName@@.executeQuery();
721










