Operation Manual

Naar boven
Naar boven
1. Ga naar het documentvenster en open de pagina waarop de variabele gebruikt zal worden.
2. Kies Venster > Bindingen om het paneel Bindingen weer te geven.
3. Klik in het paneel Bindingen op de plusknop (+) en kies een van de volgende opties in het snelmenu:
Documenttypen Menu-item in paneel Bindingen voor formuliervariabele
ASP Request-variabele > Request.Form
ColdFusion Formuliervariabele
PHP Formuliervariabele
4. Voer in het dialoogvenster Formuliervariabele de naam van de formuliervariabele in en klik op OK. De naam van de
formuliervariabele is doorgaans de naam van het HTML-formulierveld of het object dat wordt gebruikt om deze waarde te
verkrijgen.
De formuliervariabele wordt in het paneel Bindingen weergegeven.
Sessievariabelen definiëren
Met sessievariabelen kunt u informatie opslaan en weergeven die gedurende het bezoek van een gebruiker (een gebruikerssessie) wordt
vastgehouden. De server maakt voor elke gebruiker een afzonderlijk sessieobject en onderhoudt dat gedurende een ingestelde periode of tot het
object expliciet wordt beëindigd.
Voordat u sessievariabelen voor een pagina definieert, moet u ze in de broncode maken. Wanneer u een sessievariabele in de broncode van de
webtoepassing hebt gemaakt, kunt u met Dreamweaver de waarde ervan ophalen en op een webpagina gebruiken.
1. Maak een sessievariabele in de broncode en ken daar een waarde aan toe.
Zo wordt in het volgende ColdFusion-voorbeeld een sessie gestart met de naam username, en kent daaraan de waarde
Cornelius toe:
2. Kies Venster > Bindingen om het paneel Bindingen weer te geven.
3. Klik op de plusknop (+) en selecteer Sessievariabele in het pop-upmenu.
4. Voer de naam in van de variabele die u in de broncode van de toepassing hebt gedefinieerd, en klik op OK.
Toepassingsvariabelen definiëren voor ASP en ColdFusion
In ASP en ColdFusion kunt u toepassingsvariabelen gebruiken om informatie op te slaan en weer te geven die gedurende de levensduur van de
toepassing wordt bijgehouden en die van gebruiker tot gebruiker blijft bestaan. Wanneer u de toepassingsvariabele hebt gedefinieerd, kunt u de
waarde ervan op een pagina gebruiken.
Opmerking: Er zijn geen toepassingsvariabele-objecten in PHP.
1. Open een dynamisch documenttype in het documentvenster.
2. Kies Venster > Bindingen om het paneel Bindingen weer te geven.
3. Klik op de plusknop (+) en selecteer Toepassingsvariabele in het pop-upmenu.
4. Voer de naam in van de variabele zoals u die in de broncode van de toepassing hebt gedefinieerd, en klik op OK.
1 <CFSET session.<samp class="codeph">username</samp> = <samp class="codeph">Cornelius</samp>>
697