Operation Manual

Naar boven
Naar boven
Naar boven
Wanneer u het gedrag AP-element slepen aan een object koppelt, voegt Dreamweaver de functie MM_dragLayer() in de kopsectie van uw
document in. (De functie blijft de oude naamgevingsconventie voor AP-elementen (“Laag”) gebruiken, zodat lagen die in vorige versies van
Dreamweaver zijn gemaakt, bewerkbaar blijven.) Deze functie registreert het AP-element niet alleen als versleepbaar, maar definieert daarnaast
nog drie eigenschappen voor elk versleepbare AP-element: MM_LEFTRIGHT, MM_UPDOWN en MM_SNAPPED, die u in uw eigen JavaScript-
functies kunt gebruiken om de relatieve horizontale en verticale positie van het AP-element te kunnen bepalen en om te kunnen bepalen of het
AP-element de neerzetbestemming heeft bereikt.
Opmerking: De informatie die hier wordt gegeven, is alleen bedoeld voor ervaren JavaScript-programmeurs.
Met de volgende functie wordt bijvoorbeeld de waarde van het eigenschap MM_UPDOWN (de huidige verticale positie van het AP-element) in een
formulierveld met de naam curPosField weergegeven. (Formuliervelden zijn handig voor het weergeven van gegevens die voortdurend worden
bijgewerkt omdat ze dynamisch zijn, dat wil zeggen dat u de inhoud kunt wijzigen nadat de pagina is geladen.)
U kunt de waarden van MM_UPDOWN of MM_LEFTRIGHT in een formulierveld weergeven, maar u kunt deze waarden ook op diverse andere
manieren gebruiken. U kunt bijvoorbeeld een functie schrijven waarmee verschillende berichten in een formulierveld kunnen worden weergegeven
afhankelijk van de waarde die de positie van het AP-element ten opzichte van de neerzetbestemming aangeeft, of u kunt een andere functie
aanroepen om een AP-element weer te geven of te verbergen afhankelijk van de waarde.
Dit is met name nuttig om de eigenschap MM_SNAPPED te lezen wanneer u verschillende AP-elementen op een pagina hebt, die allemaal hun
eigen doel moeten bereiken voordat de bezoeker verder kan gaan naar de volgende pagina of taak. U kunt bijvoorbeeld een functie schrijven die
telt hoeveel AP-elementen de MM_SNAPPED-waarde true hebben en deze aanroepen wanneer een AP-element wordt neergezet. Wanneer bij
het tellen van de lagen die op hun bestemming zijn aangekomen het gewenste aantal is bereikt, kunt u de bezoeker naar de volgende pagina
sturen of een bericht weergeven waarin u de bezoeker feliciteert met het behaalde resultaat.
Het gedrag Ga naar URL toepassen
Met het gedrag Ga naar URL wordt een nieuwe pagina geopend in het huidige venster of in het opgegeven frame. Dit gedrag is handig voor het
wijzigen van de inhoud van twee of meer frames met één muisklik.
1. Selecteer een object en kies Ga naar URL in het menu Gedrag toevoegen van het paneel Gedrag.
2. Selecteer een bestemming voor de URL in de lijst Openen in.
In de lijst Openen in worden automatisch de namen van alle frames in de huidige frameset en ook het hoofdvenster
weergegeven. Als er geen frames zijn, vormt het hoofdvenster de enige optie.
Opmerking: Dit gedrag kan leiden tot onverwachte resultaten als een van de frames de naam top, blank, self of parent heeft.
Browsers vatten deze namen soms op als gereserveerde doelnamen.
3. Klik op Bladeren om een document te selecteren dat u wilt openen, of voer in het vak URL het pad en de bestandsnaam van
het document in.
4. Herhaal de stappen 2 en 3 om extra documenten in andere frames te openen.
5. Klik op OK en controleer of de standaardgebeurtenis juist is.
Het gedrag Snelmenu toepassen
Wanneer u een snelmenu maakt met Invoegen > Formulier > Snelmenu, maakt Dreamweaver een menuobject en koppelt daaraan het gedrag
Snelmenu (of Snelmenu Go). U hoeft het gedrag Snelmenu gewoonlijk niet handmatig aan een object te koppelen.
U kunt een bestaand snelmenu bewerken op een van de volgende twee manieren:
U kunt menu-items bewerken en opnieuw ordenen, de bestanden wijzigen waar bezoekers via het menu naartoe kunnen gaan
en het venster wijzigen waarin deze bestanden worden geopend door te dubbelklikken op een bestaand gedrag Snelmenu in
het paneel Gedrag.
U kunt de items in het snelmenu op dezelfde manier bewerken als items in elk ander menu, door het menu te selecteren en de
knop Lijstwaarden in de eigenschappencontrole te gebruiken.
1. Maak een snelmenuobject, als een dergelijk object nog niet in uw document aanwezig is.
2. Selecteer het object en kies Snelmenu in het menu Gedrag toevoegen van het paneel Gedrag.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in het dialoogvenster Snelmenu en klik vervolgens op OK.
1
2
3
4
5
function getPos(layerId){
var layerRef = document.getElementById(layerId);
var curVertPos = layerRef.MM_UPDOWN;
document.tracking.curPosField.value = curVertPos;
}
533