Operation Manual

Afbeeldingen met hyperlinks
Naar boven
Naar boven
Afbeeldingen met hyperlinks
Afbeeldingen met hyperlinks aan de clientzijde invoegen
Hotspots in afbeeldingen met hyperlinks aanpassen
Afbeeldingen met hyperlinks
Een afbeelding met hyperlink is een afbeelding die is ingedeeld in gebieden die hotspots worden genoemd. Wanneer een gebruiker op en hotspot
klikt, wordt een actie uitgevoerd (er wordt bijvoorbeeld een bestand geopend).
De informatie voor afbeeldingen met hyperlinks aan de clientzijde wordt opgeslagen in het HTML-document en niet in een apart map-bestand
zoals dat het geval is bij afbeeldingen met hyperlinks aan de serverzijde. Wanneer een bezoeker op een hotspot in de afbeelding klikt, wordt de
gekoppelde URL rechtstreeks naar de server gezonden. Daardoor zijn afbeeldingen met hyperlinks aan de clientzijde sneller dan die aan de
serverzijde; de server hoeft niet te berekenen waar de bezoeker heeft geklikt. Afbeeldingen met hyperlinks aan de clientzijde worden ondersteund
door Netscape Navigator 2.0 en hoger, NCSA Mosaic 2.1 en 3.0 en alle versies van Internet Explorer.
Dreamweaver wijzigt verwijzingen naar afbeeldingen met hyperlinks aan de serverzijde niet. Het is mogelijk om beide typen afbeeldingen met
hyperlinks te gebruiken in hetzelfde document. Browsers die beide typen afbeeldingen met hyperlinks ondersteunen, geven echter voorrang aan
afbeeldingen met hyperlinks aan de clientzijde. Als u een afbeelding met hyperlinks aan de serverzijde wilt invoegen in een document, moet u de
bijbehorende HTML-code zelf invoeren.
Afbeeldingen met hyperlinks aan de clientzijde invoegen
Wanneer u een afbeelding met hyperlinks aan de clientzijde invoegt, maakt u een hotspot en definieert u een koppeling die wordt geopend
wanneer een gebruiker op het hotspot klikt.
Opmerking: U kunt meerdere hotspots definiëren. Deze maken echter alle deel uit van dezelfde afbeelding met hyperlinks.
1. Selecteer de afbeelding in het documentvenster.
2. Ga naar de eigenschappencontrole en klik op de uitvouwpijl in de rechterbenedenhoek van het paneel om alle eigenschappen
weer te geven.
3. Voer in het vak Mapnaam een unieke naam in voor de afbeelding met hyperlinks. Als u meerdere afbeeldingen met hyperlinks
gebruikt in hetzelfde document, moet u ervoor zorgen dat elke afbeelding met hyperlinks en unieke naam heeft.
4. Voor het definiëren van de gebieden in de afbeelding met hyperlinks, gaat u als volgt te werk:
Selecteer het gereedschap Cirkel en sleep de muisaanwijzer over de afbeelding om een cirkelvormige hotspot te
maken.
Selecteer het gereedschap Rechthoek en sleep de muisaanwijzer over de afbeelding om een rechthoekige hotspot te
maken.
Selecteer het gereedschap Veelhoek en teken een onregelmatige vorm door op iedere hoek van de hotspot te klikken.
Klik op het pijltje om de vorm af te sluiten.
Als u de hotspot hebt gemaakt, wordt de eigenschappencontrole voor hotspots weergegeven.
5. Klik op het mappictogram
naast het vak Koppeling in de eigenschappencontrole voor hotspots om te bladeren naar het
bestand dat u wilt openen wanneer op de hotspot wordt geklikt of typ het pad in het vak.
6. Selecteer of typ de naam van het doelvenster van de koppeling in het vervolgkeuzemenu Doel.
In het vervolgkeuzemenu worden de namen van alle benoemde frames in het huidige document weergegeven. Als u een
frame opgeeft dat niet bestaat, wordt de gekoppelde pagina geladen in een nieuw venster met de opgegeven naam. U kunt
ook een van de volgende gereserveerde doelnamen selecteren:
_blank laadt het gekoppelde bestand in een nieuw naamloos browservenster.
_parent laadt het gekoppelde bestand in het bovenliggende frame of venster ten opzichte van het frame dat de koppeling
bevat. Als het frame dat de koppeling bevat niet is genest, wordt het gekoppelde bestand geladen in het volledige
browservenster.
_self laadt het gekoppelde bestand in het frame of venster waarin de koppeling zich bevindt. Dit doel is de
standaardinstelling en hoeft u gewoonlijk niet te definiëren.
442