Operation Manual
“bestandsvergelijkingsprogramma's”. Dreamweaver werkt met de meeste hulpprogramma's van derden.
Zie www.adobe.com/go/lrvid4049_dw_nl voor een video-overzicht over het werken met SVN en Dreamweaver.
Een SVN-verbinding instellen
Voordat u Subversion (SVN) gebruikt als een versiebeheersysteem met Dreamweaver, moet u verbinding maken met een SVN-server. U doet dit
in de categorie Versiebeheer in het dialoogvenster Sitedefinitie.
De SVN-server is een opslagplaats voor bestanden waar u en andere gebruikers bestanden kunnen ophalen en toewijzen. Deze verschilt van de
externe server die u doorgaans gebruikt met Dreamweaver. Wanneer u SVN gebruikt, blijft de externe server de “live" server voor uw webpagina's
en wordt de SVN-server gebruikt als opslagplaats van bestanden waarover u versiebeheer hebt. De doorsnee werkstroom bestaat uit het ophalen
en toewijzen van bestanden aan de SVN-server, en ze te publiceren op de externe server vanaf Dreamweaver. De installatie van de externe
server staat volledig los van de installatie van SVN.
U moet toegang hebben tot een SVN-server en een SVN-opslagplaats voordat u met de installatie start. Zie de Subversion-website op
http://subversion.apache.org/ voor meer informatie over SVN.
U stelt de SVN-verbinding als volgt in:
1. Kies Sites > Sites beheren, selecteer de site waarvoor u versiebeheer wilt instellen en klik op de knop Bewerken.
Opmerking: Als u nog geen lokale en externe mappen hebt ingesteld voor een Dreamweaver-site, moet u tenminste een
lokale site instellen voordat u verdergaat. (De externe site is op dit moment nog niet nodig, maar uiteindelijk moet u deze ook
instellen als u bestanden naar het web wilt publiceren.) Zie Werken met Dreamweaver-sites voor meer informatie.
2. Selecteer de categorie Versiebeheer in het dialoogvenster Site-instelling.
3. Selecteer Subversion in het pop-upmenu Toegang.
4. U stelt de toegangsopties als volgt in:
Selecteer een protocol in het pop-upmenu Protocol. De beschikbare protocollen zijn HTTP, HTTPS, SVN en SVN+SSH.
Opmerking: Voor het gebruik van het SVN+SSH-protocol is een speciale configuratie nodig. Zie
www.adobe.com/go/learn_dw_svn_ssh_nl voor meer informatie.
Typ het adres van de SVN-server in het tekstvak Serveradres (gewoonlijk heeft dit de vorm servernaam.domein.com).
Typ het pad naar de dataopslag op de SVN-server in het tekstvak Pad dataopslag (dit ziet er doorgaans ongeveer als
volgt uit /svn/uw_basismap. De serverbeheerder geeft de basismap voor de SVN-dataopslag een naam.)
(Optioneel) Als u een andere serverpoort wilt gebruiken dan de standaard serverpoort, selecteert u Niet standaard en
voert u het poortnummer in het tekstvak in.
Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de SVN-server in.
5. Klik op Testen om de verbinding te testen of klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. Klik vervolgens op Gereed om het
dialoogvenster Sites beheren te sluiten.
Nadat er een verbinding met de server tot stand is gebracht, kan de SVN-opslagplaats in het paneel Bestanden worden weergegeven. U geeft dit
weer door Weergave opslagplaats te selecteren in het pop-upmenu Weergave of door op de knop Bestanden in opslagplaats
te klikken in het
uitgevouwen paneel Bestanden.
De nieuwste versies van bestanden ophalen
Wanneer u de nieuwste versie van een bestand ophaalt uit de SVN-opslagplaats, voegt Dreamweaver de inhoud van dat bestand samen met de
inhoud van de overeenkomstige lokale kopie samen. (Als iemand het bestand heeft bijgewerkt sinds u het voor het laatst hebt toegewezen,
worden die updates dus samengevoegd met de lokale versie van het bestand op uw computer.) Als het bestand nog niet op de lokale vaste schijf
staat, haalt Dreamweaver het gewoon op.
Opmerking: Wanneer u de eerste keer bestanden uit de dataopslag haalt, moet u met een lokale map werken die leeg is, of met een lokale map
die geen bestanden bevat die dezelfde naam hebben als die in de dataopslag. Dreamweaver monteert dataopslagbestanden bij een eerste poging
niet in het lokale station als het lokale station gelijknamige bestanden bevat in de externe dataopslag.
1. Zorg dat de SVN-verbinding goed functioneert.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
Geef de lokale versie van de SVN-bestanden weer in het paneel Bestanden door Lokale weergave te selecteren in het
pop-upmenu Weergave. (Als u in het uitgevouwen paneel Bestanden werkt, wordt de lokale weergave automatisch
weergegeven.) Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop (Windows) of houdt u Control ingedrukt en klikt u (Macintosh)
op het gewenste bestand of op de gewenste map en selecteert u Versiebeheer > Nieuwste versies ophalen.
Geef de bestanden in de SVN-opslagplaats weer door Weergave opslagplaats te selecteren in het pop-upmenu Weergave
in het paneel Bestanden, of door op de knop Bestanden in opslagplaats te klikken in het uitgevouwen paneel Bestanden.
Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop (Windows) of houdt u Control ingedrukt en klikt u (Macintosh) op het gewenste
bestand of op de gewenste map en selecteert u Nieuwste versies ophalen.
171










