Operation Manual
Naar boven
Naar boven
Naar boven
De werkomgeving optimaliseren voor het ontwerp van toegankelijke pagina's
Wanneer u toegankelijke pagina's maakt, moet u informatie, zoals labels en omschrijvingen, aan paginaobjecten koppelen om de inhoud voor alle
gebruikers toegankelijk te maken.
Hiervoor activeert u voor elk object het toegankelijkheidsdialoogvenster zodat u door Dreamweaver naar toegankelijkheidsinformatie wordt
gevraagd wanneer u objecten invoegt. U kunt voor elk van de objecten een dialoogvenster activeren in de categorie Toegankelijkheid in
Voorkeuren.
1. Selecteer Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Dreamweaver > Voorkeuren (Macintosh).
2. Selecteer Toegankelijkheid in de lijst Categorie aan de linkerzijde, selecteer een object, stel een van de volgende opties in en klik op OK.
Kenmerken tonen bij het invoegen Selecteer de objecten waarvoor u toegankelijkheidsdialoogvensters wilt activeren. Voorbeelden zijn
formulierobjecten, frames, media en afbeeldingen.
Paneel actief houden Hiermee blijft het paneel actief, waardoor het toegankelijk wordt voor de schermlezer. (Als u deze optie niet
selecteert, blijft de ontwerp- of codeweergave actief wanneer een gebruiker een paneel opent.)
Off-screen rendering Selecteer deze optie bij het gebruik van een schermlezer.
Opmerking: Toegankelijkheidskenmerken worden weergegeven in het dialoogvenster Tabel invoegen wanneer u een nieuwe tabel invoegt.
De functie van Dreamweaver voor toegankelijkheidscontrole
De Dreamweaver-functie voor toegankelijkheidscontrole wordt vanaf Dreamweaver CS5 niet meer ondersteund.
Navigeren in Dreamweaver via het toetsenbord
U kunt het toetsenbord gebruiken voor navigatie zonder muis door panelen, controles, dialoogvensters, frames en tabellen.
Opmerking: Het gebruik van de Tab-toets en pijltoetsen wordt alleen bij Windows ondersteund.
Navigeren door panelen
1. Druk in het documentvenster op Ctrl+F6 om een paneel actief te maken.
Rondom de titelbalk van het paneel verschijnt een stippellijn die aangeeft dat dat paneel nu het actieve paneel is. De schermlezer leest de
titelbalk van het paneel dat actief is.
2. Druk nogmaals op Ctrl F6 om de focus te verplaatsen tot het paneel waarin u wilt werken, is geselecteerd. (Druk op Ctrl+Shift+F6 om het
vorige paneel actief te maken.)
3. Als het paneel waarin u wilt werken, niet is geopend, gebruikt u de sneltoetsen op het toetsenbord in het Windows-menu om het juiste
paneel weer te geven en drukt u vervolgens op Ctrl+F6.
Als het paneel waarin u wilt werken, al wel open is, maar nog niet is uitgevouwen, maakt u de titelbalk van het paneel tot de actieve titelbalk
en drukt u vervolgens op de spatiebalk. Druk opnieuw op de spatiebalk om het paneel samen te vouwen.
4. Druk op de Tab-toets om door de opties in het paneel te gaan.
5. Gebruik pijltoetsen op de juiste manier:
Als een optie meerdere keuzes heeft, gebruikt u de pijltoetsen om door de keuzes te scrollen en drukt u vervolgens op de spatiebalk om
een selectie te maken.
Als er in de paneelgroep tabbladen voorkomen voor het openen van andere panelen, maakt u het geopende tabblad tot het actieve
tabblad en gebruikt u vervolgens de pijltoets links of rechts om andere tabbladen te openen. Zodra u een nieuw tabblad opent, drukt u op
de Tab-toets om door de opties in dat paneel te gaan.
Navigeren door de eigenschappencontrole
1. Druk op Ctrl+F3 om de eigenschappencontrole weer te geven als deze nog niet zichtbaar is.
2. Druk op Ctrl + F6 (alleen Windows) totdat de eigenschappencontrole actief is.
3. Druk op de Tab-toets om door de opties van de eigenschappencontrole te gaan.
4. Gebruik de pijltoetsen om de keuzes van de optie(s) te doorlopen.
5. Druk op Ctrl + Pijl-omlaag/Pijl-omhoog (Windows) of Command Pijl-omlaag/Pijl-omhoog (Macintosh) om het uitgebreide gedeelte van de
eigenschappencontrole indien nodig te openen of te sluiten, en druk op de Spatiebalk terwijl de uitvouwpijl in de rechterbenedenhoek de
focus heeft.
Opmerking: De toetsenbordfocus moet zich binnen de eigenschappencontrole bevinden (en niet op de titel van het paneel) als u uw werk
wilt uitvouwen of samenvouwen.
Navigeren door een dialoogvenster










