Operation Manual

resultatenpagina is doorgegeven:
Selecteer in het eerste pop-upmenu in het gebied Filter de kolom in de recordset met waarden die overeenkomen met de waarde van de
URL-parameter die door de pagina met de koppelingen Verwijderen is doorgegeven. Als de URL-parameter bijvoorbeeld een record-id-
nummer bevat, selecteert u de kolom die record-id-nummers bevat. In het eerder besproken voorbeeld bevat de recordsetkolom CODE
de waarden die overeenkomen met de waarde van de URL-parameter die door de pagina met de verwijderkoppelingen is doorgegeven.
Selecteer in het pop-upmenu naast het eerste menu het gelijkteken als dit nog niet is geselecteerd.
Selecteer in het derde pop-upmenu de optie URL-parameter. De pagina met de verwijderkoppelingen gebruikt een URL-parameter om
informatie aan de verwijderpagina door te geven.
Voer in het vierde vak de naam in van de URL-parameter die de pagina met de verwijderkoppelingen heeft doorgegeven.
5. Klik op OK.
De recordset wordt in het paneel Bindingen weergegeven.
De record weergeven die de gebruiker wil verwijderen
1. Selecteer de recordsetkolommen (recordvelden) in het paneel Bindingen en sleep ze naar de verwijderpagina.
Zorg ervoor dat u deze dynamische alleen-lezeninhoud binnen de grenzen van het formulier invoegt. ZieTekst dynamisch maken voor meer
informatie over het invoegen van dynamische inhoud op een pagina.
Vervolgens moet u de kolom met de record-id aan het verborgen formulierveld koppelen.
2. Zorg ervoor dat Onzichtbare elementen is ingeschakeld (Weergave > Visuele hulpmiddelen > Onzichtbare elementen) en klik vervolgens op
het pictogram met het gele schild dat het verborgen formulierveld vertegenwoordigt.
Het verborgen formulierveld is geselecteerd.
3. Klik in de eigenschappencontrole op het pictogram met de bliksemflits naast het vak Waarde.
4. Selecteer in het dialoogvenster Dynamische gegevens de kolom met de record-id in de recordset.
In het volgende voorbeeld bevat de kolom Code met record-id's unieke opslagcodes.
644