Operation Manual
Een pagina voor het invoegen van records maken (CS6)
Naar boven
Naar boven
Over het samenstellen van recordinvoegpagina's
Een invoegpagina bloksgewijs samenstellen
De invoegpagina samenstellen in één bewerking
Over het samenstellen van recordinvoegpagina's
Uw toepassing kan een pagina bevatten waarmee gebruikers nieuwe records in een database kunnen invoegen.
Een invoegpagina bestaat uit twee elementen:
Een HTML-formulier waarmee gebruikers gegevens kunnen invoeren;
Een servergedrag Record invoegen waarmee de database wordt bijgewerkt.
Wanneer een gebruiker op een formulier op Verzenden klikt, voegt het servergedrag records in een databasetabel in.
U kunt deze elementen in een enkele bewerking toevoegen met behulp van het gegevensobject Formulier Record invoegen. U kunt ze
echter ook afzonderlijk toevoegen met de formuliergereedschappen van Dreamweaver en het paneel Servergedrag.
Opmerking: De invoegpagina kan slechts één servergedrag voor het bewerken van records tegelijk bevatten. U kunt bijvoorbeeld niet zowel
een servergedrag Record bijwerken als een servergedrag Record verwijderen aan de invoegpagina toevoegen.
Een invoegpagina bloksgewijs samenstellen
U kunt een invoegpagina ook samenstellen met behulp van formuliergereedschappen en servergedragingen.
Een HTML-formulier aan een invoegpagina toevoegen
1. Maak een dynamische pagina (Bestand > Nieuw > Lege pagina) en deel de pagina in met de ontwerpgereedschappen van Dreamweaver.
2. Voeg een HTML-formulier toe door de invoegpositie te plaatsen waar u het formulier wilt weergeven en Invoegen > Formulier > Formulier te
kiezen.
Op de pagina wordt een leeg formulier gemaakt. Misschien moet u onzichtbare elementen inschakelen (Weergave > Visuele hulpmiddelen >
Onzichtbare elementen) om de grenzen van het formulier te zien. Deze worden met dunne rode lijnen aangeduid.
3. Geef het HTML-formulier een naam door te klikken op de tag <form> onderaan in het documentvenster om het formulier te selecteren.
Open vervolgens de eigenschappencontrole (Venster > Eigenschappen) en voer een naam in het vak Formuliernaam in.
U hoeft geen action- of method-kenmerk voor het formulier op te geven om op te geven hoe de recordgegevens moeten worden verzonden
en waar ze naartoe moeten worden gestuurd wanneer de gebruiker op de knop Verzenden klikt. Deze kenmerken zijn al ingesteld door het
servergedrag Record invoegen.
4. Voeg een formulierobject, bijvoorbeeld een tekstveld, toe (Invoegen > Formulier > Tekstveld) voor elke kolom in de databasetabel waarin u
records wilt invoegen.
De formulierobjecten dienen voor de gegevensinvoer. Gewoonlijk worden tekstvelden voor dit doel gebruikt, maar u kunt ook menu's, opties
en keuzerondjes gebruiken.
5. Voeg een knop Verzenden aan het formulier toe (Invoegen > Formulier > Knop).
U kunt de label van de knop Verzenden veranderen door de knop te selecteren, de eigenschappencontrole te openen (Venster >
Eigenschappen) en een nieuwe waarde in te voeren in het vak Label.
Een servergedrag toevoegen om records in een databasetabel in te voegen (ColdFusion)
1. Klik in het deelvenster Servergedrag (Venster > Servergedrag) op de plusknop (+) en selecteer Record invoegen in het pop-upmenu.
2. Selecteer een formulier in het pop-upmenu Waarden verzenden vanaf.
3. Selecteer in het pop-upmenu Gegevensbron een verbinding met de database.
4. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in.
5. Selecteer in het pop-upmenu 'Invoegen in tabel' de databasetabel waarin u de record wilt invoegen.
6. Geef een databasekolom op waarin u de record wilt invoegen, selecteer in het pop-upmenu Waarde het formulierobject waarmee u de
record wilt invoegen en selecteer vervolgens in het pop-upmenu Verzenden als een gegevenstype voor het formulierobject.
620










