Operation Manual
Geselecteerde waarde Hiermee stelt u de waarde in die naar de server wordt verzonden wanneer het keuzerondje is ingeschakeld. Typ
bijvoorbeeld skiing in het vak Geselecteerde waarde om aan te geven dat een gebruiker skiën heeft gekozen.
Status bij openen Hiermee bepaalt u of het keuzerondje is ingeschakeld wanneer het formulier in de browser wordt geladen.
Dynamisch Hiermee laat u de server dynamisch de begintoestand van het keuzerondje bepalen. Met keuzerondjes kunt u bijvoorbeeld informatie
die in een databaserecord is opgeslagen, visueel voorstellen. Die informatie is in de ontwerpfase nog niet bekend. In runtime leest de server de
databaserecord en wordt het keuzerondje ingeschakeld als de waarde overeenkomt met een door u opgegeven waarde.
Klasse Hiermee worden CSS-regels op het object toegepast.
Menuopties
Lijst/Menu Hiermee geeft u het menu een naam. De naam moet uniek zijn.
Type Hiermee geeft u aan of het menu wordt geopend wanneer erop wordt geklikt (optie Menu), of als een lijst met items wordt weergegeven
(optie Lijst). Kies de optie Menu als u wilt dat maar één optie zichtbaar is wanneer het formulier in een browser wordt weergegeven. Om de
andere opties weer te geven, moet de gebruiker op de vervolgkeuzepijl klikken.
Kies de optie Lijst als u enkele of alle opties wilt weergeven wanneer het formulier in een browser wordt weergegeven, en als gebruikers meerdere
items kunnen selecteren.
Hoogte (Alleen type Lijst) Hiermee stelt u in hoeveel items in het menu worden weergegeven.
Selecties (Alleen type Lijst) Hiermee geeft u aan of de gebruiker meerdere items in de lijst kan selecteren.
Lijstwaarden Hiermee opent u een dialoogvenster waarmee u de items aan een formuliermenu kunt toevoegen:
1. Gebruik de plus- en minknop (+ en -) om items aan de lijst toe te voegen of uit de lijst te verwijderen.
2. Voer labeltekst en een optionele waarde voor elk menu-item in.
Elk item in de lijst heeft een label (de tekst die in de lijst staat) en een waarde (de waarde die wordt verstuurd naar de verwerkende
toepassing als het item wordt geselecteerd). Als geen waarde is opgeven, wordt de label naar de verwerkende toepassing verstuurd.
3. Gebruik de knoppen pijl-omhoog en -omlaag als u de volgorde van de items in de lijst wilt wijzigen.
De volgorde van de items in het menu komt overeen met die in het dialoogvenster Lijstwaarden. Het eerste item in de lijst is het item dat is
geselecteerd wanneer de pagina in een browser wordt geladen.
Dynamisch Hiermee laat u de server dynamisch een item in het menu selecteren wanneer het formulier de eerste keer wordt weergegeven.
Klasse Hiermee kunt u CSS-regels op het object toepassen.
In eerste instantie geselecteerd Hiermee stelt u de items in die standaard in de lijst zijn geselecteerd. Klik op een of meer items in de lijst.
Velden voor het laden van bestanden invoegen
U kunt een veld voor het laden van bestanden maken waarmee gebruikers een bestand op hun computer (bijvoorbeeld een
tekstverwerkingsdocument of grafisch bestand) kunnen selecteren en naar de server kunnen uploaden. Een bestandsveld ziet er net zo uit als
andere tekstvelden, maar heeft eveneens een knop Bladeren. De gebruiker voert het pad naar het te laden bestand handmatig in of gebruikt de
knop Bladeren om het bestand te zoeken en te selecteren.
Voordat u velden voor het laden van bestanden kunt gebruiken, moet u een script aan serverzijde of een pagina hebben die het verzenden van
bestanden kan afhandelen. Raadpleeg de documentatie bij de servertechnologie die u gebruikt voor de verwerking van formuliergegevens. Als u
bijvoorbeeld PHP gebruikt, raadpleegt u “Handling files uploads” in de online-PHP-handleiding op http://us2.php.net/features.file-upload.php.
Voor bestandsvelden moet u de methode POST gebruiken om bestanden van de browser naar de server over te brengen. Het bestand wordt
gepost naar het adres dat u in het vak Actie van het formulier hebt opgegeven.
Opmerking: Neem contact op met de serverbeheerder om te vragen of bestanden anoniem geladen mogen worden voordat u het bestandsveld
gebruikt.
1. Voeg een formulier op de pagina in (Invoegen > Formulier).
2. Selecteer het formulier om de eigenschappencontrole weer te geven.
3. Stel de formuliermethode in op POST.
4. Selecteer in het pop-upmenu Enctype de optie multipart/form-data.
5. Geef in het vak Actie het script of de pagina aan serverzijde op waardoor het geladen bestand wordt afgehandeld.
6. Plaats de invoegpositie binnen de formulieromtrek en kies Invoegen > Formulier > Bestandsveld.
7. Stel in de eigenschappencontrole een van de volgende opties in:
Naam bestandsveld Hiermee geeft u de naam voor het bestandsveldobject op.
Tekenbreedte Hiermee geeft u het maximaal aantal tekens op dat in het veld kan worden weergegeven.
Maximum aantal tekens Hiermee geeft u het maximum aantal tekens op dat het veld kan bevatten. Als de gebruiker het bestand met de
bladerknop zoekt, kan de bestandsnaam inclusief het pad de waarde van Maximum aantal tekens overschrijden. Als de gebruiker de
bestandsnaam en het pad echter probeert in te voeren, accepteert het bestandsveld niet meer tekens dan met de waarde Maximum aantal
tekens is opgegeven.
Een afbeeldingsknop invoegen
U kunt afbeeldingen als knoppictogrammen gebruiken. Wanneer u een afbeelding gebruikt om andere taken dan het verzenden van gegevens uit
594










