Operation Manual

5. Pas de indeling van het formulier aan.
Gebruik regeleinden, alinea-einden, vooraf opgemaakte tekst of tabellen om uw formulieren op te maken. U kunt geen formulier in een
ander formulier invoegen (u kunt tags dus niet overlappen), maar u kunt wel meer dan één formulier op een pagina opnemen.
Vergeet niet om bij het ontwerpen van formulieren de formuliervelden van een beschrijvende tekstlabel te voorzien, zodat gebruikers weten
wat ze moeten invoeren, bijvoorbeeld “Typ uw naam” als u de naam wilt verkrijgen.
Gebruik tabellen om formulierobjecten en veldlabels te structureren. Wanneer u tabellen in formulieren gebruikt, moet u ervoor zorgen dat
alle table-tags zijn opgenomen tussen form-tags.
Zie www.adobe.com/go/vid0160_nl voor een zelfstudie over formulieren maken.
Ga naar www.adobe.com/go/vid0161_nl voor een zelfstudie over stijlformulieren met CSS.
Objecteigenschappen tekstveld
Selecteer het tekstveldobject en stel de volgende opties in de eigenschappencontrole in:
Tekenbreedte Hiermee geeft u het maximaal aantal tekens op dat in het veld kan worden weergegeven. Deze waarde kan kleiner zijn dan
Maximum aantal tekens, het maximum aantal tekens dat in het veld kan worden ingevoerd. Als Tekenbreedte bijvoorbeeld is ingesteld op 20 (de
standaardwaarde) en een gebruiker 100 tekens invoert, zijn slechts 20 tekens in het tekstveld zichtbaar. De tekens worden wel door het veldobject
herkend en voor verwerking naar de server verzonden, ook al kunt u ze niet in het veld zien.
Maximum aantal tekens Hiermee bepaalt u het maximum aantal tekens dat de gebruiker in het veld kan invoeren voor tekstvelden die uit één
regel bestaan. Gebruik Maximum aantal tekens bijvoorbeeld om postcodes te beperken tot 6 tekens, om wachtwoorden te beperken tot 10 tekens
enzovoort. Als u het vak Maximum aantal tekens leeg laat, kunnen gebruikers een willekeurige hoeveelheid tekst invoeren. Als de tekst langer is
dan de tekenbreedte van het veld, loopt de tekst door. Als een gebruiker het maximum aantal tekens overschrijdt, is een signaal hoorbaar.
Aantal lijnen Met deze optie, die beschikbaar is wanneer de optie Meerdere regels is geselecteerd, stelt u de hoogte in van het veld voor
tekstvelden met meerdere regels.
Uitgeschakeld Hiermee schakelt u het tekstgebied uit.
Alleen-lezen Hiermee verandert u het tekstgebied in een alleen-lezen tekstgebied.
Type Hiermee geeft u aan of het veld een veld van één regel, een veld van meerdere regels of een wachtwoordveld is.
Eén regel Dit resulteert in een input-tag waarvan het kenmerk type is ingesteld op text. De instelling Tekenbreedte komt overeen met het
kenmerk size en de instelling Maximum aantal tekens komt overeen met het kenmerk maxlength.
Meerdere regels Dit resulteert in een textarea-tag. De instelling Tekenbreedte komt overeen met het kenmerk cols en de instelling Aantal
regels komt overeen met het kenmerk rows.
Wachtwoord Dit resulteert in een input-tag waarvan het kenmerk type is ingesteld op text. De instellingen Tekenbreedte en Maximum
aantal tekens komen overeen met dezelfde kenmerken als in tekstvelden van één regel. Wanneer een gebruiker tekst in een
wachtwoordveld typt, wordt de invoer als sterretjes of opsommingstekens weergegeven zodat anderen de invoer niet kunnen zien.
Beginwaarde Hiermee kent u de waarde toe die in het veld wordt weergegeven wanneer het formulier de eerste keer wordt geladen. U kunt
bijvoorbeeld opgeven dat de gebruiker informatie in het veld invoert door een opmerking of voorbeeldgegeven op te nemen.
Klasse Hiermee kunt u CSS-regels op het object toepassen.
Opties van knopobjecten
Knopnaam Hiermee geeft u de knop een naam. Met de twee gereserveerde namen, Verzenden en Beginwaarden, kunt u respectievelijk opgeven
dat de formuliergegevens moeten worden verzonden naar de toepassing of het script dat de gegevens verwerkt, of dat alle formuliervelden moeten
worden teruggezet op hun beginwaarden.
Waarde Hiermee geeft u de tekst op die op de knop moet worden weergegeven.
Actie Hiermee bepaalt u wat er gebeurt wanneer op de knop wordt geklikt.
Formulier verzenden Wanneer de gebruiker op de knop klikt, worden de formuliergegevens voor verwerking verzonden. De gegevens
worden verzonden naar de pagina of het script dat in de eigenschap Actie van het formulier is opgegeven.
Formulier op beginwaarden instellen Wanneer de gebruiker op de knop klikt, wordt de inhoud van het formulier gewist.
Geen Hiermee bepaalt u de actie die moet worden uitgevoerd wanneer op de knop wordt geklikt. U kunt bijvoorbeeld een JavaScript-
gedrag toevoegen dat een andere pagina opent wanneer de gebruiker op de knop klikt.
Klasse Hiermee worden CSS-regels op het object toegepast.
Objectopties selectievakje
Geselecteerde waarde Hiermee stelt u de waarde in die naar de server wordt verzonden wanneer het selectievakje is ingeschakeld. In een
onderzoek kunt u bijvoorbeeld de waarde 4 instellen voor 'Helemaal mee eens' en de waarde 1 voor 'Helemaal niet mee eens'.
Status bij openen Hiermee bepaalt u of het selectievakje is ingeschakeld wanneer het formulier in de browser wordt geladen.
Dynamisch Hiermee laat u de server dynamisch de begintoestand van het selectievakje bepalen. U kunt selectievakjes bijvoorbeeld gebruiken om
de Ja/Nee-informatie die in een databaserecord is opgeslagen, visueel voor te stellen. Die informatie is in de ontwerpfase nog niet bekend. In
runtime leest de server de databaserecord en wordt het selectievakje ingeschakeld als de waarde Ja is.
Klasse Hiermee worden de CSS-regels (Cascading Style Sheets) op het object toegepast.
Opties van enkelvoudige keuzerondje-objecten
593