Operation Manual

Naar boven
Naar boven
Selecteer emplName en klik op de knop SELECT.
Selecteer emplJob en klik op de knop WHERE.
Selecteer emplName en klik op de knop ORDER BY.
3. Plaats de invoegpositie achter WHERE emplJob in het SQL-tekstgebied en typ ='varJob' (inclusief het 'is gelijk'-teken).
4. Definieer de variabele 'varJob' door op de plusknop (+) in het gebied Variabelen te klikken en de volgende waarden in de kolommen Naam,
Standaardwaarde en Runtime waarde in te voeren: varJob, CLERK, Request("job").
5. Klik op OK om de recordset aan het paneel Bindingen toe te voegen.
URL-parameters definiƫren
URL-parameters slaan opgehaalde informatie-invoer van gebruikers op. Voordat u begint, moet u ervoor zorgen dat u een formulier- of URL-
parameter aan de server doorgeeft. Nadat u de URL-variabele hebt gedefinieerd, kunt u de waarde ervan op de geselecteerde pagina gebruiken.
1. Ga naar het documentvenster en open de pagina waarop de variabele gebruikt zal worden.
2. Kies Venster > Bindingen om het paneel Bindingen weer te geven.
3. Klik in het paneel Bindingen op de plusknop (+) en kies een van de volgende opties in het snelmenu:
Documenttypen Menu-item in paneel Bindingen voor URL-variabele
ASP Request-variabele > Request.QueryString
ColdFusion URL-variabele
PHP URL-variabele
4. Voer in het dialoogvenster URL-variabele de naam van de URL-variabele in het vakje in en klik op OK.
De naam van de URL-variabele is doorgaans de naam van het HTML-formulierveld of het object dat wordt gebruikt om deze waarde te
verkrijgen.
5. De URL-variabele wordt in het paneel Bindingen weergegeven.
Formulierparameters definiƫren
Formulierparameters slaan opgehaalde informatie op die in de HTTP-aanvraag voor een webpagina is opgenomen. Als u een formulier maakt dat
de methode POST gebruikt, worden de gegevens die door het formulier zijn verzonden, doorgegeven aan de server. Voordat u begint, moet u
ervoor zorgen dat u een formulierparameter aan de server doorgeeft. Wanneer u de formulierparameter als inhoudsbron hebt gedefinieerd, kunt u
de waarde ervan op de pagina gebruiken.
1. Ga naar het documentvenster en open de pagina waarop de variabele gebruikt zal worden.
2. Kies Venster > Bindingen om het paneel Bindingen weer te geven.
3. Klik in het paneel Bindingen op de plusknop (+) en kies een van de volgende opties in het snelmenu:
Documenttypen Menu-item in paneel Bindingen voor formuliervariabele
ASP Request-variabele > Request.Form
ColdFusion Formuliervariabele
PHP Formuliervariabele
4. Voer in het dialoogvenster Formuliervariabele de naam van de formuliervariabele in en klik op OK. De naam van de formuliervariabele is
doorgaans de naam van het HTML-formulierveld of het object dat wordt gebruikt om deze waarde te verkrijgen.
De formuliervariabele wordt in het paneel Bindingen weergegeven.
573