Operation Manual

Naar boven
FormFieldName
0001
De runtimewaarde is gewoonlijk een URL of formulierparameter die een gebruiker in een HTML-formulierveld invoert.
6. Klik op Testen om de database te verbinden en een instantie van de recordset te maken.
Als de SQL-instructie runtimeverwijzingen bevat, moet u ervoor zorgen dat de kolom Standaardwaarde van het veld Paginaparameters
geldige testwaarden bevat voordat u op Testen klikt.
Als de instructie is geslaagd, wordt een tabel met de gegevens in de recordset weergegeven. Elke rij bevat een record en elke kolom stelt
een veld in die record voor. Klik op OK om de recordset te wissen.
7. Klik op OK als u tevreden bent met uw werk.
Parameters definiëren in een SQL-instructie (ColdFusion)
Definieer parameters in een SQL-instructie. De standaardwaarde is de waarde die de parameter moet gebruiken als geen runtimewaarde wordt
geretourneerd.
1. Selecteer een parameternaam in het pop-upmenu Naam.
2. Voer een standaardwaarde voor de parameter in het tekstvak Standaardparameter in en klik op OK.
Parameters definiëren in een SQL-instructie (PHP)
Definieer parameters in een SQL-instructie. De standaardwaarde is de waarde die de parameter moet gebruiken als geen runtimewaarde wordt
geretourneerd.
1. Typ een parameternaam in het vakje Naam.
2. Voer een standaardwaarde voor de parameter in het vakje Standaardparameter in.
3. Voer een runtimewaarde voor een parameter in het vakje Runtimewaarde in en klik op OK.
SQL-query's maken met de structuur Database-items
In plaats van handmatig SQL-instructies in het vakje SQL te typen, kunt u de wijs-en-klik-interface van Database-items gebruiken om complexe
SQL-query's te maken. Met de structuur Database-items kunt u databaseobjecten selecteren en ze koppelen met behulp van de SQL SELECT-,
WHERE- en ORDER BY-expressies. Wanneer u een SQL-query hebt gemaakt, kunt u eventuele variabelen definiëren in de sectie Variabelen van
het dialoogvenster.
In de volgende twee voorbeelden worden twee SQL-instructies beschreven en wordt beschreven hoe u deze instructies maakt met de structuur
Database-items van het dialoogvenster Geavanceerde recordset.
Voorbeeld: Een tabel selecteren
In dit voorbeeld wordt de hele inhoud van de tabel Employees geselecteerd. De SQL-instructie voor het definiëren van de query, luidt als volgt:
SELECT * FROM Employees
Ga als volgt te werk om deze query te maken.
1. Vouw het element Tabellen uit om alle tabellen in de geselecteerde database weer te geven.
2. Selecteer de tabel Employees.
3. Klik op de knop Selecteren.
4. Klik op OK om de recordset aan het paneel Bindingen toe te voegen.
Voorbeeld: Specifieke rijen in een tabel selecteren en de resultaten ordenen
In het volgende voorbeeld worden twee rijen in de tabel Employees geselecteerd en wordt het taaktype geselecteerd met een variabele die u moet
definiëren. Vervolgens worden de resultaten op werknemersnaam geordend.
SELECT emplNo, emplName
FROM Employees
WHERE emplJob = 'varJob'
ORDER BY emplName
1. Vouw het element Tabellen uit om alle tabellen in de geselecteerde database weer te geven. Vouw vervolgens de tabel Employees uit om
de afzonderlijke tabelrijen weer te geven.
2. Bouw de SQL-instructie als volgt op:
Selecteer emplNo en klik op de knop Selecteren.
572