Operation Manual
Naar boven
Naar boven
Naar boven
Boven aan de bestemmingspagina voert u de volgende code in om een sessie met de naam font_pref te maken waarin de voorkeur voor de
tekstgrootte van de gebruiker wordt opgeslagen.
ColdFusion
<CFSET session.font_pref = url.fontsize>
ASP
<% Session("font_pref") = Request.QueryString("fontsize") %>
Wanneer de gebruiker op de hypertextkoppeling klikt, verzendt de pagina de tekstvoorkeur van de gebruiker in een URL-parameter naar de
doelpagina. De code op de doelpagina slaat de URL-parameter op in de sessievariabele font_pref. Voor de duur van de sessie van de gebruiker
halen alle pagina's van de toepassing deze waarde op en geven ze de geselecteerde tekengrootte weer.
ASP- en ColdFusion-toepassingsvariabelen
In ASP en ColdFusion kunt u toepassingsvariabelen gebruiken om informatie op te slaan en weer te geven die gedurende de levensduur van de
toepassing wordt bijgehouden en die van gebruiker tot gebruiker blijft bestaan. De levensduur van de toepassing loopt vanaf het moment dat de
gebruiker de eerste keer een pagina in de toepassing opvraagt, tot aan het moment waarop de webserver wordt gestopt. (Een toepassing wordt
gedefinieerd als alle bestanden in een virtuele directory en de subdirectory's daarvan.)
Omdat toepassingsvariabelen blijven bestaan gedurende de hele levensduur van de toepassing, en zelfs van gebruiker tot gebruiker, zijn ze
bijzonder geschikt om informatie op te slaan die voor alle gebruikers hetzelfde is, zoals de juiste tijd en datum. De waarde van de
toepassingsvariabele wordt gedefinieerd in de code van de toepassing.
ASP-servervariabelen
U kunt de volgende ASP-servervariabelen definiƫren als bronnen met dynamische inhoud: Request.Cookie, Request.QueryString, Request.Form,
Request.ServerVariables en Request.ClientCertificates.
ColdFusion-servervariabelen
U kunt de volgende ColdFusion-servervariabelen definiƫren:
Clientvariabelen koppelen gegevens aan een specifieke client. Clientvariabelen onderhouden de status van de toepassing niet alleen wanneer de
gebruiker in de toepassing van pagina naar pagina gaat, maar ook tussen sessies. 'De status onderhouden' betekent dat de informatie van de ene
pagina (of sessie) tot de volgende wordt bewaard zodat de toepassing zich de gebruiker en diens vorige keuzen en voorkeuren nog herinnert.
Cookievariabelen benaderen cookies die door de browser aan de server zijn doorgegeven.
CGI-variabelen verschaffen informatie over de server waarop ColdFusion wordt uitgevoerd, over de browser die een pagina opvraagt, en andere
informatie over de verwerkingsomgeving.
Servervariabelen kunnen worden benaderd door alle clients en toepassingen op de server. Ze behouden hun waarde tot de server wordt
gestopt.
Lokale variabelen Gemaakt met de CFSET-tag of de CFPARAM-tag in een ColdFusion-pagina.
Meer Help-onderwerpen
Juridische kennisgevingen | Online privacybeleid
556










