Operation Manual
Uw computer instellen voor de ontwikkeling van toepassingen
Naar boven
Naar boven
Wat u nodig hebt voor het bouwen van webtoepassingen
De basisprincipes van de webserver
Een webserver kiezen
Een toepassingsserver kiezen
Een database kiezen
Een ColdFusion-ontwikkelomgeving instellen
Een PHP-ontwikkelomgeving instellen
Een ASP-ontwikkelomgeving instellen
Een hoofdmap maken voor de toepassing
Het definiëren van een Dreamweaver-site
Wat u nodig hebt voor het bouwen van webtoepassingen
Voor het bouwen van webtoepassingen in Adobe® Dreamweaver®, hebt u de volgende software nodig:
Een webserver
Een toepassingsserver die met uw webserver werkt
Opmerking: In de context van webtoepassingen verwijzen de termen webserver en toepassingsserver naar software, niet naar hardware.
Als u een database bij uw toepassing wilt gebruiken, hebt u de volgende aanvullende software nodig:
Een databasesysteem
Een databasestuurprogramma dat uw database ondersteunt
Diverse webhostingbedrijven bieden programma's aan, waarmee u hun software kunt gebruiken voor het testen van en werken met
webtoepassingen. In bepaalde gevallen kunt u voor ontwikkelingsdoeleinden de vereiste software installeren op dezelfde computer als
Dreamweaver. U kunt software ook installeren op een netwerkcomputer (doorgaans een Windows 2000- of XP-computer) zodat andere
ontwikkelaars in uw team aan hetzelfde project kunnen werken.
Als u een database bij uw webtoepassing wilt gebruiken, moet u eerst een verbinding met deze database tot stand brengen:
De basisprincipes van de webserver
Voor het ontwikkelen en testen van dynamische webpagina's hebt u een werkende webserver nodig. Een webserver is software die webpagina's
verwerkt in reactie op aanvragen van webbrowsers. Een webserver wordt soms ook wel een HTTP-server genoemd. U kunt een webserver
installeren en gebruiken op uw lokale computer.
Als u een Macintosh-gebruiker bent, kunt u de Apache-webserver gebruiken die al op uw Macintosh is geïnstalleerd.
Opmerking: Adobe biedt geen technische ondersteuning voor software van derden, zoals Microsoft Internet Information Server. Als u hulp nodig
hebt bij een product van Microsoft, kunt u contact opnemen met de technische ondersteuning van Microsoft.
Als u Internet Information Server (IIS) gebruikt voor het ontwikkelen van webtoepassingen, is de standaardnaam van uw webserver de naam van
uw computer. U kunt de servernaam wijzigen door de naam van uw computer te wijzigen. Als uw computer geen naam heeft, wordt het woord
localhost gebruikt.
De servernaam komt overeen met de hoofdmap van de server, die (op een Windows-computer) zeer waarschijnlijk C:Inetpub\wwwroot is. Elke
webpagina die is opgeslagen in de hoofdmap, kunt u openen door de volgende URL in te voeren in een browser op uw computer:
http://naam_server/naam_bestand
Als de servernaam bijvoorbeeld zwarte_zee is en er een webpagina met de naam zon.html is opgeslagen op C:\Inetpub\wwwroot\ kunt u de
pagina openen door de volgende URL in te voeren in een browser op de lokale computer:
http://zwarte_zee/zon.html
Opmerking: Denk eraan dat u in URL's de gewone schuine streep gebruikt en niet de achterwaartse schuine streep.
U kunt ook elke willekeurige webpagina openen die is opgeslagen in een van de onderliggende mappen van de hoofdmap, door de submap in de
URL op te nemen. Stel, het bestand zon.html is opgeslagen in een submap met de naam vakantie. Dat ziet er als volgt uit:
C:\Inetpub\wwwroot\vakantie\zon.html
U kunt deze pagina openen door de volgende URL in te voeren in een browser op uw computer:
544










