Operation Manual

Naar boven
Naar boven
Functies die geen argumenten hebben, hebben geen plusknop (+).
Als u snel de details van een argument, functie, component of pakket wilt bekijken, selecteert u het item in de structuurweergave en klikt
u op de knop Details ophalen op de paneelwerkbalk.
U kunt ook met de rechtermuisknop (Windows) of Control (Macintosh) ingedrukt op het item klikken en Details ophalen in het pop-
upmenu kiezen.
Details over het item worden in een berichtvak weergegeven.
CFC's bewerken in Dreamweaver
Dreamweaver biedt een gestroomlijnde manier om de code te bewerken van de ColdFusion-componenten die voor de site zijn gedefinieerd. U
kunt een componentfunctie bijvoorbeeld toevoegen, wijzigen of verwijderen zonder Dreamweaver te verlaten.
Om deze functie te gebruiken, moet u de ontwikkelomgeving als volgt instellen:
ColdFusion moet lokaal worden uitgevoerd.
In het dialoogvenster Geavanceerde sitedefinitie van Dreamweaver moet het toegangstype dat in de categorie Testserver is opgegeven,
Lokaal/Netwerk zijn.
In het dialoogvenster Geavanceerde sitedefinitie moet het pad naar de lokale hoofdmap hetzelfde zijn als het pad van de testservermap
(bijvoorbeeld c:\Inetpub\wwwroot\cf_projects\myNewApp\). U kunt deze paden bekijken en wijzigen door Site > Sites bewerken te kiezen.
De component moet zijn opgeslagen in de lokale sitemap of een van de submappen daarvan op uw vaste schijf.
Open een ColdFusion-pagina in Dreamweaver en geef de componenten weer in het paneel Componenten. Als u de componenten wilt weergeven,
opent u het paneel Componenten (Venster > Componenten), kiest u CF-componenten in het pop-upmenu van het paneel en klikt u op de knop
Vernieuwen in het paneel.
Omdat ColdFusion lokaal wordt uitgevoerd, geeft Dreamweaver componentenpakketten op de vaste schijf weer.
Ga als volgt te werk om een component te bewerken.
1. Open een ColdFusion-pagina in Dreamweaver en geef de componenten weer in het paneel Componenten (Venster> Componenten).
2. Selecteer CF-componenten in het pop-upmenu van het paneel en klik op de knop Vernieuwen van het paneel.
Omdat ColdFusion lokaal wordt uitgevoerd, geeft Dreamweaver componentenpakketten op de vaste schijf weer.
Opmerking: Als u de CFC-recordset visueel wilt bewerken, dubbelklikt u erop in het paneel Bindingen.
3. Als u een componentenbestand algemeen wilt bewerken, opent u het pakket en dubbelklikt u op de naam van de component in de
structuurweergave.
Het bestand van de component wordt in de codeweergave geopend.
4. Als u een specifieke functie, argument of eigenschap wilt bewerken, dubbelklikt u op het item in de structuurweergave.
5. Breng de wijzigingen handmatig in de codeweergave aan.
6. Sla het bestand op (Bestand > Opslaan).
7. Als u een nieuwe functie in het paneel Componenten wilt bekijken, vernieuwt u de weergave door op de knop Vernieuwen op de
paneelwerkbalk te klikken.
Webpagina's samenstellen die CFC's gebruiken
Een manier om een componentfunctie op uw webpagina's te gebruiken, is door code in de pagina te schrijven die de functie activeert wanneer de
pagina wordt opgevraagd. Dreamweaver kan u helpen bij het schrijven van deze code.
Opmerking: Voor andere manieren waarop u componenten kunt gebruiken, raadpleegt u de ColdFusion-documentatie vanuit Dreamweaver
(Help > ColdFusion gebruiken).
1. Open de ColdFusion-pagina die de componentfunctie zal gebruiken, in Dreamweaver.
2. Schakel naar de codeweergave (Weergave > Code).
3. Open het paneel Componenten (Venster > Componenten) en selecteer CF-componenten in het pop-upmenu van het paneel.
4. Zoek de gewenste component en voeg deze met een van de volgende technieken in:
Sleep een functie vanuit de structuurweergave naar de pagina. De code wordt in de pagina ingevoegd om de functie te activeren.
Selecteer de functie in het paneel en klik op de knop Invoegen op de paneelwerkbalk (de tweede knop rechts). Dreamweaver plaatst de
code op de plaats van de invoegpositie op de pagina.
5. Als u een functie invoegt die argumenten heeft, maakt u de argumentcode handmatig af.
Voor meer informatie raadpleegt u de ColdFusion-documentatie vanuit Dreamweaver (Help > ColdFusion gebruiken).
6. Sla de pagina op (Bestand > Opslaan).
537