Operation Manual

Naar boven
Naar boven
Naar boven
heeft).
3. Als de tag een voorwaardelijke expressie bevat, kunt u er wijzigingen in aanbrengen in het vak Expressie.
Kenmerken wijzigen met de tagcontrole
U gebruikt de tagcontrole om kenmerken en waarden van kenmerken te bewerken of toe te voegen. Met de tagcontrole kunt u tags en objecten
bewerken via een eigenschappenblad dat vergelijkbaar is met dat van andere geïntegreerde ontwikkelomgevingen (IDE's).
1. Voer een van de volgende handelingen uit in het documentvenster:
In de codeweergave (of in de codecontrole) klikt u ergens in de naam van een tag of in de inhoud ervan.
In de ontwerpweergave selecteert u een object of selecteert u een tag in de tagcontrole.
2. Open de tagcontrole (Venster > Paneel Tags) en klik op de tab Kenmerken.
De kenmerken van de selectie en de huidige waarden ervan worden weergegeven in de tagcontrole.
3. Voer een van de volgende handelingen uit in de tagcontrole:
Als u de kenmerken wilt weergeven op categorie, klikt u op de knop Categorieweergave .
Als u de kenmerken wilt weergeven in een alfabetische lijst, klikt u op de knop Lijstweergave tonen .
Als u de waarde van een kenmerk wilt wijzigen, selecteert u de waarde en bewerkt u deze.
Als u een waarde wilt toevoegen voor een kenmerk zonder waarde, klikt u in de waardekolom rechts van het kenmerk en voegt u een
waarde toe.
Als het kenmerk voorgedefinieerde waarden gebruikt, selecteert u een waarde in het pop-upmenu (of de kleurkiezer) rechts van de
waardekolom.
Als het kenmerk een URL als waarde heeft, klikt u op de knop Bladeren of het pictogram Wijzen naar bestand om een bestand te
selecteren, of typt u de URL in het daartoe bestemde vak.
Als het kenmerk een waarde krijgt uit een bron met dynamische inhoud (zoals een database), klikt u op de knop Dynamische gegevens,
rechts van de waardekolom. Selecteer een bron.
Als u de waarde van het kenmerk wilt verwijderen, selecteert u de waarde en drukt u op Backspace (Windows) of Delete (Macintosh).
Als u de naam van een kenmerk wilt wijzigen, selecteert u de naam en bewerkt u deze.
Opmerking: Als u de naam van een standaardkenmerk wijzigt en vervolgens een waarde toevoegt voor dat kenmerk, worden het
kenmerk en de nieuwe waarde naar de juiste categorie verplaatst.
Als u een nieuw kenmerk wilt toevoegen dat nog niet wordt vermeld, klikt u op de lege ruimte onder het laatste kenmerk en typt u een
nieuwe kenmerknaam.
4. Druk op Enter (Windows) of Return (Macintosh) of klik elders in de tagcontrole om de tag in het document bij te werken.
Overzicht van de Snelle tageditor
Met de Snelle tageditor kunt u snel HTML-tags bekijken, invoegen en bewerken zonder de ontwerpweergave te verlaten.
Als u ongeldige HTML typt in de Snelle tageditor, probeert Dreamweaver dit voor u te corrigeren door waar nodig afsluitende aanhalingstekens en
punthaakjes in te voegen.
Als u opties voor de Snelle tageditor wilt instellen, opent u deze editor door op Ctrl+T (Windows) of Command+T (Macintosh) te drukken.
De Snelle tageditor heeft drie modi:
De modus HTML invoegen wordt gebruikt om nieuwe HTML-code in te voegen.
De modus Tag bewerken wordt gebruikt om een bestaande tag te bewerken.
De modus Tag rondom plaatsen wordt gebruikt om een nieuwe tag rondom de huidige selectie te plaatsen.
Opmerking: In welke modus de Snelle tageditor wordt geopend, hangt af van de huidige selectie in de ontwerpweergave.
In alle drie de modi is de basisprocedure voor het werken met de Snelle tageditor hetzelfde: open de editor, voer tags in of bewerk tags en
kenmerken en sluit de editor vervolgens.
U kunt door de modi rouleren door te drukken op Ctrl+T (Windows) of Command+T (Macintosh) terwijl de Snelle tageditor actief is.
Code bewerken met de Snelle tageditor
Met de Snelle tageditor kunt u snel HTML-tags invoegen en bewerken zonder de ontwerpweergave te verlaten.
498