Operation Manual

Naar boven
2. Selecteer een categorie en een type pagina dat u wilt maken.
3. Selecteer een van de XHTML-documenttypedefinities (DTD) in het pop-upmenu DocType uiterst rechts in het dialoogvenster en klik op
Maken.
U kunt een HTML-document bijvoorbeeld XHTML-compatibel maken door XHTML 1.0 Transitional of XHTML 1.0 Strict te selecteren in het
pop-upmenu
Opmerking: Niet alle documenttypen kunnen XHTML-compatibel worden gemaakt.
Standaard XHTML-compatibele documenten maken
1. Selecteer Bewerken > Voorkeuren of Dreamweaver > Voorkeuren (Mac OS X) en selecteer de categorie Nieuw document.
2. Selecteer een standaarddocument, selecteer een van de XHTML-documenttypedefinities in het pop-upmenu Standaarddocumenttype (DTD)
en klik op OK.
U kunt een HTML-document bijvoorbeeld XHTML-compatibel maken door XHTML 1.0 Transitional of XHTML 1.0 Strict te selecteren in het
pop-upmenu
Een bestaand HTML-document XHTML-compatibel maken
1. Open een document en voer een van de volgende handelingen uit:
Voor een document zonder frames selecteert u Bestand > Converteren. Selecteer daarna een van de XHTML-documenttypedefinities.
U kunt een HTML-document bijvoorbeeld XHTML-compatibel maken door XHTML 1.0 Transitional of XHTML 1.0 Strict te selecteren in
het pop-upmenu
Voor een document met frames selecteert u een frame en selecteert u Bestand > Converteren. Selecteer daarna een van de XHTML-
documenttypedefinities.
2. Als u het hele document wilt converteren, herhaalt u deze stap voor elk frame en voor het framesetdocument.
Opmerking: U kunt een instantie van een sjabloon niet converteren omdat de instantie in dezelfde taal moet zijn opgesteld als de sjabloon
waarop deze is gebaseerd. Een document dat is gebaseerd op een XHTML-sjabloon, zal bijvoorbeeld altijd een XHTML-document zijn, terwijl een
document dat is gebaseerd op een niet-XHTML-compatibele HTML-sjabloon, altijd een HTML-document zal zijn dat niet kan worden
geconverteerd naar een XHTML-document of een document in een andere taal.
De ColdFusion-foutopsporing gebruiken (alleen Windows)
Als u een ColdFusion-ontwikkelaar bent die ColdFusion als Dreamweaver-testserver gebruikt, kunt u ColdFusion-foutopsporingsinformatie
weergeven zonder Dreamweaver te verlaten.
Opmerking: Deze functie wordt niet ondersteund op de Macintosh. Macintosh-ontwikkelaars kunnen Voorvertonen in browser (F12) gebruiken om
een ColdFusion-pagina te openen in een aparte browser. Als de pagina fouten bevat, wordt onderaan op de pagina informatie weergegeven over
de mogelijke oorzaken van de fouten.
Als u ColdFusion MX 6.1 of eerder gebruikt, zorg dan dat foutopsporingsinstellingen zijn ingeschakeld in ColdFusion-beheer voordat u de
foutopsporing start. Als u ColdFusion MX 7 of later gebruikt, schakelt Dreamweaver de instellingen voor u in.
Zorg ook dat ColdFusion wordt uitgevoerd op uw Dreamweaver-testserver. Zie Een testserver instellen voor meer informatie.
Als u wilt dat de foutopsporingsinformatie wordt vernieuwd telkens wanneer een pagina wordt weergegeven in de interne browser, moet u
ervoor zorgen dat Internet Explorer controleert of er een nieuwere versie van het bestand bestaat telkens wanneer het bestand wordt
opgevraagd. Selecteer hiervoor Extra > Internet-opties in Internet Explorer, klik op de tab Algemeen en klik de knop Instellingen in het vak
Tijdelijke Internet-bestanden. Selecteer de optie Bij elk bezoek aan een pagina in het dialoogvenster Instellingen.
1. Open de ColdFusion-pagina in Dreamweaver.
2. Klik op het pictogram Server debuggen
op de werkbalk Document.
Dreamweaver vraagt de pagina op van de ColdFusion-server en geeft deze weer in een intern Internet Explorer-browservenster. Als de
pagina fouten bevat, worden onderaan op de pagina mogelijke oorzaken van de fouten weergegeven.
Tegelijkertijd wordt het paneel Server debuggen geopend. Dit paneel biedt zeer veel nuttige informatie, zoals alle pagina's die de server
heeft verwerkt om de pagina weer te geven, alle SQL-query's die op de pagina zijn uitgevoerd en alle eventuele servervariabelen en hun
waarden. Het paneel geeft ook een overzicht van de uitvoertijd.
3. Als het paneel Server debuggen de categorie Uitzonderingen bevat, klikt u op het plusteken (+) om de categorie uit te vouwen.
De categorie Uitzonderingen verschijnt als de server een of meer problemen op de pagina heeft aangetroffen. Vouw de categorie uit om
meer informatie over het probleem weer te geven.
4. Ga terug naar de codeweergave (Weergave > Code) of ontwerpweergave (Weergave > Ontwerp) en herstel de fout.
5. Sla het bestand op en klik nogmaals op het pictogram Fouten op server opsporen.
Dreamweaver geeft de pagina opnieuw weer in de interne browser en werkt het paneel Server debuggen bij. Als er geen problemen meer
485