Operation Manual
Naar boven
Naar boven
Namen van formulieritems wijzigen als deze worden geplakt Hiermee voorkomt u dubbele namen voor formulierobjecten. Deze optie is
standaard ingeschakeld.
Opmerking: In tegenstelling tot de andere opties in dit voorkeurenvenster wordt deze optie niet toegepast wanneer u een document opent,
maar alleen wanneer u een formulierelement kopieert en plakt.
Extra afsluitende tags verwijderen Hiermee verwijdert u eindtags waarvoor geen bijbehorende begintag aanwezig is.
Waarschuwen wanneer tags worden gecorrigeerd of verwijderd Hiermee geeft u een overzicht weer van technisch ongeldige HTML-
codes die Dreamweaver probeerde te corrigeren. In dit overzicht wordt de locatie van het probleem vermeld (aan de hand van regel- en
kolomnummers), zodat u de correctie kunt vinden en kunt controleren of het resultaat naar wens is.
Deze code nooit herschrijven: In bestanden met extensies Hiermee kunt u voorkomen dat Dreamweaver code herschrijft in bestanden
met de opgegeven bestandsextensies. Deze optie is met name handig voor bestanden met tags van derden.
<, >, & en " in kenmerkwaarden coderen met & Hiermee zorgt u ervoor dat de kenmerkwaarden die u invoert of bewerkt met
Dreamweaver-hulpmiddelen, zoals de eigenschappencontrole, alleen geldige tekens bevatten. Deze optie is standaard ingeschakeld.
Opmerking: Deze optie en de volgende opties zijn niet van toepassing op URL's die u in de codeweergave typt. Ook wijzigen ze bestaande
code in een bestand niet.
Speciale tekens niet coderen Hiermee voorkomt u dat Dreamweaver URL's zodanig verandert dat deze alleen geldige tekens bevatten.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Speciale tekens in URL's coderen met &# Hiermee zorgt u ervoor dat URL's die u invoert of bewerkt met Dreamweaver-hulpmiddelen,
zoals de eigenschappencontrole, alleen geldige tekens bevatten.
Speciale tekens in URL's coderen met % Deze optie werkt op dezelfde manier als de voorgaande optie, maar er wordt een andere
methode gebruikt om speciale tekens te coderen. Deze codeermethode (met het procentteken) is vaker compatibel met oudere browsers,
maar werkt minder goed met tekens uit sommige talen.
Codekleuren instellen
Met de voorkeuren voor codekleuren kunt u kleuren instellen voor algemene categorieën tags en code-elementen, zoals formuliertags of
JavaScript-id's. Als u de kleurvoorkeuren voor een bepaalde tag wilt wijzigen, bewerkt u de tagdefinitie in de tagbibliotheek-editor.
1. Selecteer Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Dreamweaver > Voorkeuren (Macintosh).
2. Selecteer Codekleuren in de lijst Categorie aan de linkerkant.
3. Selecteer een documenttype in de lijst Documenttype. De wijzigingen die u aanbrengt in voorkeuren voor codekleuren, zijn van toepassing
op alle documenten van dit type.
4. Klik op de knop Kleurenschema bewerken.
5. Selecteer een code-element in de lijst Stijlen voor van het dialoogvenster Kleurenschema bewerken en stel de tekstkleur, achtergrondkleur
en (optionele) stijl (vet, cursief of onderstrepen) in. De voorbeeldcode in het voorbeeldvak verandert en toont de nieuwe kleuren en stijlen.
Klik op OK om uw wijzigingen op te slaan en het dialoogvenster Kleurenschema bewerken te sluiten.
6. Geef zo nodig andere voorkeursinstellingen voor codekleuren op en klik op OK.
Standaardachtergrond Hiermee stelt u standaardachtergrondkleur voor de codeweergave en de codecontrole in.
Verborgen tekens Hiermee stelt u de kleur voor verborgen tekens in.
Live code van achtergrond Hiermee stelt u achtergrondkleur voor de weergave Live code in. De standaardkleur is geel.
Wijzigingen voor Live code Hiermee stelt u de markeringskleur in voor code die wordt gewijzigd in de weergave Live code. De
standaardkleur is roze.
Alleen-lezen achtergrond Hiermee stelt u de achtergrondkleur voor alleen-lezen tekst in.
Een externe editor gebruiken
U kunt een externe editor instellen, die moet worden gebruikt voor het bewerken van bestanden met specifieke bestandsnaamextensies. U kunt
bijvoorbeeld vanuit Dreamweaver een teksteditor starten, zoals BBEdit, Kladblok of TextEdit om JavaScript-bestanden (JS-bestanden) te
bewerken.
U kunt verschillende externe editors toewijzen aan verschillende bestandsnaamextensies.
Een externe editor instellen voor een bestandstype
1. Selecteer Bewerken > Voorkeuren.
2. Selecteer Bestandstypen/editors in de lijst Categorie links, stel de opties in en klik op OK.
Openen in de codeweergave Hiermee geeft u de bestandsextensies op die automatisch moeten worden geopend in de codeweergave.
Externe code-editor Hiermee kunt u de teksteditor opgeven die moet worden gebruikt.
480










