Operation Manual

Naar boven
Naar boven
Naar boven
Converteren naar hoofdletters Hiermee converteert u alle letters in de selectie (met inbegrip van namen en waarden van tags en
kenmerken) naar hoofdletters.
Converteren naar kleine letters Hiermee converteert u alle letters in de selectie (met inbegrip van namen en waarden van tags en
kenmerken) naar kleine letters.
Tags converteren naar hoofdletters Hiermee converteert u alle namen van tags en kenmerken en alle waarden van kenmerken in de
selectie naar hoofdletters.
Tags converteren naar kleine letters Hiermee converteert u alle namen van tags en kenmerken en alle waarden van kenmerken in de
selectie naar kleine letters.
Een servertaaltag bewerken met de eigenschappencontrole
U kunt de code in een servertaaltag (zoals een ASP-tag) bewerken zonder de codeweergave in te schakelen door de eigenschappencontrole te
gebruiken.
1. In de ontwerpweergave selecteert u het visuele pictogram van de tag voor de servertaal.
2. Klik in de eigenschappencontrole op de knop Bewerken.
3. Breng de wijzigingen aan in de tagcode en klik op OK.
Codeblokken inspringen
Terwijl u code schrijft en bewerkt in de codeweergave of de codecontrole, kunt u het inspringingsniveau van een geselecteerd codeblok of een
regel code wijzigen en deze telkens één tab naar links of naar rechts verschuiven.
Het geselecteerde codeblok inspringen
Druk op Tab.
Selecteer Bewerken > Code inspringen.
De inspringing van het geselecteerde codeblok verkleinen
Druk op Shift+Tab.
Selecteer Bewerken > Code niet inspringen.
Naar gerelateerde code navigeren
In de codenavigator wordt een lijst weergegeven met codebronnen die betrekking hebben op een bepaalde selectie op uw pagina. Gebruik deze
lijst om naar gerelateerde codebronnen te gaan, zoals interne of externe CSS-regels, includes aan serverzijde, externe JavaScript-bestanden,
bovenliggende sjabloonbestanden, bibliotheekbestanden en iframe-bronbestanden. Wanneer u in de codenavigator op een koppeling klikt, opent
Dreamweaver het bestand dat het relevante stukje code bevat. Het bestand wordt in het gebied met verwante bestanden weergegeven als dit is
ingeschakeld. Als u verwante bestanden niet hebt ingeschakeld, opent Dreamweaver het geselecteerde bestand als een afzonderlijk document in
het venster Document.
Als u in de codenavigator op een CSS-regel klikt, wordt u direct naar die regel gebracht. Als het een interne regel van het bestand is, wordt de
regel in de gesplitste weergave weergegeven. Als de regel zich in een extern CSS-bestand bevindt, opent Dreamweaver het bestand en wordt de
regel in het gebied voor verwante bestanden boven het hoofddocument weergegeven.
U kunt de codenavigator vanuit de ontwerpweergave, de codeweergave, de gesplitste weergave en vanuit de codecontrole openen.
Ga naar www.adobe.com/go/dw10codenav_nl voor een video-overzicht van het technische Dreamweaver-team over het werken met de
codenavigator.
Voor een video voor zelfstudie met Live View, verwante bestanden en de codenavigator gaat u naar www.adobe.com/go/lrvid4044_dw_nl.
De codenavigator openen
Houd Alt (Windows) of Command+Option (Macintosh) ingedrukt terwijl u ergens op de pagina klikt. De codenavigator geeft koppelingen weer
naar de code die invloed heeft op het gebied waarop u hebt geklikt.
Klik buiten de codenavigator om deze te sluiten.
Opmerking: U kunt de codenavigator ook openen door op het symbool van de codenavigator
te klikken Dit symbool wordt bij de invoegpositie
op de pagina weergegeven wanneer de muis 2 seconden niet is gebruikt.
Met de codenavigator naar code navigeren
1. Open de codenavigator vanuit het gebied op de pagina waarin u bent geïnteresseerd.
464