Operation Manual

Regeleinden
Tabel
Opmerking:
Vervagen
Wijzigen
Verzenden
5. Klik in de kolom Waarde op een waarde om deze bewerkbaar te maken en wijs een unieke waarde toe aan elk keuzerondje.
6. (Optioneel) Klik op een keuzerondje of op de bijbehorende waarde om een specifieke rij te selecteren en klik op de pijl omhoog of omlaag
om de rij naar boven of naar beneden te verplaatsen.
7. Selecteer een lay-outtype voor de groep keuzerondjes.
Plaatst elk keuzerondje op een afzonderlijke regel met behulp van regeleinden (br-tags).
Plaatst elk keuzerondje op een afzonderlijke regel met behulp van de individuele rijen in de tabel (tr-tags).
8. Klik op OK.
U kunt een widget groep keuzerondjes ook invoegen met behulp van de categorie Spry in het deelvenster Invoegen.
Opgeven wanneer validatie wordt uitgevoerd
U kunt opgeven wanneer de validatie wordt uitgevoerd; op het moment dat de gebruiker buiten de widget klikt, tijdens het opgeven van selecties of
wanneer de gebruiker het formulier probeert te verzenden.
1. Selecteer een widget groep validatiekeuzerondjes in het documentvenster door op de blauwe tab te klikken.
2. Ga naar de eigenschappencontrole (Venster > Eigenschappen) en selecteer de optie die aangeeft wanneer de validatie moet worden
uitgevoerd. U kunt alle opties of alleen Verzenden selecteren.
Valideert zodra de gebruiker buiten de groep keuzerondjes klikt.
Valideert wanneer de gebruiker selecties maakt.
Valideert op het moment dat de gebruiker het formulier probeert te verzenden. De optie Verzenden is standaard geselecteerd
en kan niet worden uitgeschakeld.
Widgettoestanden weergeven in de ontwerpweergave
1. Selecteer een widget groep validatiekeuzerondjes in het documentvenster door op de blauwe tab te klikken.
2. Ga naar de eigenschappencontrole (Venster > Eigenschappen) en selecteer de toestand die u wilt zien in het pop-upmenu
Voorvertoningsstatus. Selecteer bijvoorbeeld Bij openen om de widget in de status bij openen weer te geven.
Status wijziging vereist voor keuzerondjes
Standaard moet de gebruiker bij een widget groep met validatiekeuzerondjes een selectie maken alvorens het formulier te verzenden. U kunt
selecties echter optioneel maken voor de gebruiker.
1. Selecteer een widget groep validatiekeuzerondjes in het documentvenster door op de blauwe tab te klikken.
2. Schakel in de eigenschappencontrole (Venster > Eigenschappen) de optie Vereist in.
Een lege of ongeldige waarde opgeven
U kunt een waarde opgeven die als leeg of ongeldig wordt geregistreerd als de gebruiker een keuzerondje selecteert dat aan een van die waarden
is gekoppeld. Als de gebruiker een keuzerondje met een lege waarde selecteert, geeft de browser het foutbericht “Selecteer een optie.” Als de
gebruiker een keuzerondje met een ongeldige waarde selecteert, geeft de browser het foutbericht “Selecteer een geldige waarde.”
Widget groep met keuzerondjes met een keuzerondje met een lege waarde.
1. Selecteer het keuzerondje in de widget groep met keuzerondjes dat u wilt gebruiken als leeg of ongeldig keuzerondje. Wanneer u lege of
ongeldige waarden voor de widget opgeeft, moet u eerst bijbehorende keuzerondjes maken waaraan die waarden al zijn toegewezen.
2. Wijs in de eigenschappencontrole voor keuzerondjes (Venster > Eigenschappen) aan het keuzerondje een geselecteerde waarde toe. Als u
een keuzerondje met een lege waarde wilt maken, typt u geen in het vak Ingeschakelde waarde. Als u een keuzerondje met een ongeldige
waarde wilt maken, typt u ongeldig in het vak Ingeschakelde waarde.
3. Selecteer de gehele widget groep met validatiekeuzerondjes door op de blauwe tab van de widget te klikken.
313