Operation Manual

Naar boven
Naar boven
Met recordsetnavigatiekoppelingen kunnen gebruikers van de ene record naar de volgende, of van de ene set records naar de volgende gaan. Als
u een pagina bijvoorbeeld hebt ontworpen om vijf records tegelijk weer te geven, kunt u de koppelingen Volgende of Vorige toevoegen waarmee
gebruikers de volgende of vorige vijf records kunnen weergeven.
U kunt vier typen navigatiekoppelingen maken om door een recordset te navigeren: Eerste, Vorige, Volgende en Laatste. Een enkele pagina kan
al deze koppelingen bevatten, op voorwaarde dat ze allemaal voor een enkele recordset werken. U kunt geen koppelingen toevoegen om door
een tweede recordset op dezelfde pagina te navigeren.
Voor recordsetnavigatiekoppelingen zijn de volgende dynamische elementen vereist:
Een recordset om door te navigeren;
Dynamische inhoud op de pagina om de record of records weer te geven;
Tekst of afbeeldingen op de pagina die als klikbare navigatiebalk fungeren;
Een reeks vormen van een servergedrag Verplaatsen naar record om door de recordset te navigeren.
U kunt de laatste twee elementen toevoegen met het serverobject Recordnavigatiebalk, of u kunt ze afzonderlijk toevoegen met de
ontwerpgereedschappen en het paneel Servergedrag.
Een navigatiebalk voor een recordset maken
Met het servergedrag Navigatiebalk recordset kunt u in een enkele bewerking een navigatiebalk voor een recordset maken. Het serverobject voegt
de volgende bouwstenen aan de pagina toe:
Een HTML-tabel met tekst- of afbeeldingskoppelingen;
Een reeks vormen van servergedrag Verplaatsen naar;
Een reeks vormen van servergedrag Gebied weergeven.
De tekstversie van de navigatiebalk voor de recordset ziet er als volgt uit:
De afbeeldingsversie van de navigatiebalk voor de recordset ziet er als volgt uit:
Voordat u de navigatiebalk op de pagina plaatst, moet u controleren of de pagina een recordset bevat waar u doorheen kunt navigeren en
een pagina-indeling heeft waarin de records kunnen worden weergegeven.
Wanneer u de navigatiebalk op de pagina hebt geplaatst, kunt u de ontwerpgereedschappen gebruiken om de balk aan uw eigen smaak aan
te passen. U kunt ook het servergedrag Verplaatsen naar en Gebied weergeven bewerken door er in het paneel Servergedrag op te
dubbelklikken.
In Dreamweaver wordt een tabel gemaakt die tekst- of afbeeldingskoppelingen bevatten waarmee de gebruiker door de geselecteerde
recordset kan navigeren wanneer erop wordt geklikt. Wanneer de eerste record in de recordset wordt weergegeven, zijn de koppelingen of
afbeeldingen Eerste en Vorige verborgen. Wanneer de laatste record in de recordset wordt weergegeven, zijn de koppelingen of
afbeeldingen Volgende en Laatste verborgen.
U kunt de indeling van de navigatiebalk aanpassen met de ontwerpgereedschappen en het paneel Servergedrag.
1. In de ontwerpweergave plaatst u de invoegpositie op de plaats op de pagina waar u de navigatiebalk wilt weergeven.
2. Geef het dialoogvenster Navigatiebalk recordset weer (Invoegen > Gegevensobjecten > Navigatiebalk recordset).
3. Selecteer de recordset waardoor u wilt navigeren, in het pop-upmenu Recordset.
4. Selecteer in de sectie Weergeven met, de notatie waarin u de navigatiekoppelingen op de pagina wilt weergeven, en klik op OK.
Tekst Hiermee plaatst u tekstkoppelingen op de pagina.
Afbeeldingen Hiermee neemt u grafische afbeeldingen als koppelingen op. In Dreamweaver worden eigen afbeeldingsbestanden gebruikt.
Nadat u de balk op de pagina hebt ingevoegd, kunt u deze afbeeldingen vervangen door uw eigen afbeeldingsbestanden.
Aangepaste navigatiebalken voor recordsets
U kunt uw eigen navigatiebalk voor een recordset maken die een complexere indeling en complexere opmaakstijlen heeft dan de eenvoudige
tabel die met het serverobject Navigatiebalk recordset wordt gemaakt.
U moet de volgende handelingen verrichten als u uw eigen navigatiebalk voor een recordset wilt maken:
Navigatiekoppelingen maken in tekst of afbeeldingen;
204