Operation Manual

60
ADOBE BRIDGE EN ADOBE VERSION CUE GEBRUIKEN CS4
Adobe Version Cue
Als u een project hebt geopend, kunt u bestanden aan de projectmap toevoegen en ermee gaan werken. Als u een
contextmenu wilt gebruiken, klikt u met de rechtermuisknop (Windows) of houdt u Ctrl ingedrukt en klikt u (Mac
OS) op een willekeurig projectbestand en kiest u een optie in het menu Adobe Drive CS4.
Zie ook
Voorkeuren voor een Version Cue-server instellen” op pagina 51
Verbinding maken met servers met Adobe Drive” op pagina 56
Een project openen met gebruik van Adobe Drive
1 Gebruik Adobe Drive om verbinding te maken met een Version Cue-server.
2 Klik in het venster Adobe Drive op de optie Instellingen onder de Version Cue-server waarmee Adobe Drive is
verbonden en klik vervolgens op Openen in Verkenner (Windows) of Openen in Finder (Mac OS).
3 Open het project.
Een project openen in Windows
1 Gebruik Adobe Drive om verbinding te maken met een Version Cue-server.
2 Open in Windows Verkenner Deze computer (Windows XP) of Computer (Vista).
3 Zoek de naam van de Version Cue-server en dubbelklik erop.
Een project openen in Finder
1 Gebruik Adobe Drive om verbinding te maken met een Version Cue-server.
2 Klik in een Finder-venster op de gekoppelde Version Cue-server.
Een project openen in Adobe Bridge
1 Gebruik Adobe Drive om verbinding te maken met een Version Cue-server.
2 Klik op Version Cue in het deelvenster Favorieten.
3 Dubbelklik op de server om de projecten op deze server te bekijken.
4 Dubbelklik op het project om het te openen.
Projecteigenschappen bewerken
U kunt de projectnaam en een beschrijving bewerken in Adobe Bridge. Als u echter de vergrendeling wilt inschakelen,
gebruikers wilt bewerken of toewijzen, of gebruikers wilt vragen om zich bij het project aan te melden, kunt u beter
Version Cue-serverbeheer gebruiken.
1 Ga op een van de volgende manieren te werk:
Selecteer in Adobe Bridge het project en kies vervolgens Gereedschappen > Version Cue > Eigenschappen
bewerken.
Selecteer in Adobe Bridge het project, kies Venster > Deelvenster Inspecteur en klik op Eigenschappen bewerken
in het gedeelte Projecttaken van het deelvenster Inspecteur.
2 Voer in het dialoogvenster Eigenschappen bewerken een naam in in het vak Projectnaam. Als u de beschrijving van
het project wilt wijzigen, typt u de gewenste tekst in het vak Projectinfo.
3 Klik op Opslaan.