Operation Manual
Naar boven
Adobe PDF-instellingen aanpassen
U kunt desgewenst eigen conversie-instellingen maken voor bepaalde taken of uitvoerapparaten. Hiermee bepaalt u of u de documentlettertypen
wilt insluiten met 100% subsets, hoe u vectorobjecten en afbeeldingen wilt comprimeren en/of samplen en of de doel-PDF geavanceerde
afdrukinformatie moet bevatten, zoals OPI-opmerkingen (Open Prepress Interface). Standaardinstellingenbestanden kunnen niet worden gewijzigd,
maar wel worden gedupliceerd om nieuwe instellingenbestanden te maken.
Opmerking: Als de PDF is bedoeld voor kwaliteitsafdrukken, vraagt u het servicebureau om hun .joboptions-bestand met de aanbevolen
uitvoerresolutie en andere instellingen. Op deze manier bevat de PDF die u het servicebureau geeft, kenmerken die optimaal zijn afgestemd op uw
afdrukwerkstroom.
Een aangepast Adobe PDF-instellingenbestand maken
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
Selecteer in Acrobat Distiller in het menu Standaardinstellingen een van de eerder gedefinieerde optiesets die u als beginpunt wilt
gebruiken en kies dan Instellingen > Adobe PDF-instellingen bewerken.
Selecteer in ontwerptoepassingen of -hulpprogramma's Adobe PDF als doelprinter (meestal in het dialoogvenster Pagina-instelling of
Afdrukken) en klik op Eigenschappen.
(Windows) Klik op het tabblad Instellingen van het dialoogvenster Acrobat PDFMaker op Geavanceerde instellingen.
Opmerking: In Windows kunt u naar een andere voorinstelling gaan vanuit het dialoogvenster Adobe PDF-instellingen. Selecteer
hiervoor Alle instellingen tonen (links onder) en selecteer vervolgens een voorinstelling in de lijst aan de linkerkant.
Dialoogvenster Adobe PDF-instellingen (Windows)
A. Vooraf gedefinieerde Adobe PDF-instellingen B. Optievenster
2. Selecteer één venster per keer en breng waar nodig wijzigingen aan.
3. Sla de aangepaste voorinstelling op een van de volgende manieren op:
Klik op OK om een kopie van het aangepaste voorinstellingenbestand op te slaan. Deze krijgt automatisch een nieuwe naam. Als u
bijvoorbeeld de voorinstelling Drukwerkkwaliteit bewerkt, verschijnt de eerste aangepaste versie als Drukwerkkwaliteit (1).
Klik op Opslaan als, geef een nieuwe beschrijvende naam op voor het bestand en klik op Opslaan.
Het aangepaste bestand wordt opgeslagen in (Windows) /Documents and Settings/[gebruikersnaam]\Application Data/Adobe/Adobe
PDF/Settings, (Vista) Gebruikers\[gebruikersnaam]/AppData/Roaming/Adobe/Adobe PDF\Settings, of (Mac OS)
Users/[gebruikersnaam]/Library/Application Support/Adobe/PDF/Settings.
Aangepaste Adobe PDF-instellingenbestanden verwijderen
1. Kies in Acrobat Distiller Instellingen > Adobe PDF-instellingen verwijderen.
2. Selecteer het aangepaste bestand en klik op Verwijderen.
3. Herhaal zo nodig stap 2 en klik vervolgens op Annuleren om het dialoogvenster Adobe PDF-instellingen verwijderen te sluiten.
Adobe PDF-instellingen
De Instellingen > Geavanceerde instellingen van Acrobat Distiller Adobe PDFMaker bevatten vensters met opties die u kunt selecteren om uw
PDF-uitvoer aan te passen.
Opties in het venster Algemeen
In dit venster selecteert u de gewenste Acrobat-versie voor bestandscompatibiliteit en andere bestands- en apparaatinstellingen.
Compatibiliteit Hiermee stelt u het compatibiliteitsniveau van de PDF in. Kies de meest recente versie (in dit geval versie 1.7 ) als u de nieuwste
kenmerken en functies wilt kunnen gebruiken. Als u PDF's maakt voor algemene distributie, kunt u beter een eerdere versie kiezen, zodat
iedereen het document kan bekijken en afdrukken.