Operation Manual

Naar boven
Naar boven
3. Selecteer voor Spiegelen een van de volgende opties:
Geen Hiermee worden geen wijzigingen aangebracht in de afdrukstand van het afbeeldingsgebied. De tekst in de afbeelding is leesbaar
(van links naar rechts lezen) wanneer de fotogevoelige laag naar u toe is gericht. Dit is de standaardinstelling.
Horizontaal Hiermee wordt het afbeeldingsgebied gespiegeld om een verticale as, zodat de tekst niet op de normale manier leesbaar is.
Verticaal Hiermee wordt het afbeeldingsgebied gespiegeld om een horizontale as, zodat de tekst ondersteboven staat.
Horizontaal en verticaal Hiermee wordt het afbeeldingsgebied langs de horizontale en verticale as gespiegeld, zodat de tekst niet op de
normale manier leesbaar is. De tekst is leesbaar wanneer de fotogevoelige laag niet naar u toe is gericht. Afbeeldingen die worden afgedrukt
op film, worden vaak horizontaal en verticaal afgedrukt.
4. Schakel de optie Negatief in voor negatieve film. Schakel de optie uit voor positieve film.
Opmerking: De optie Negatief is ook beschikbaar als u In-RIP-scheidingen kiest in het menu Kleur.
Tekens en aflooptekens opnemen (Acrobat Pro)
U kunt drukkermarkeringen in de pagina opnemen om de grenzen aan te geven van documentvakken die door Adobe PDF worden ondersteund,
zoals bijsnijdvakken en afloopvakken. Hoewel deze markeringen niet als pagina-inhoud worden toegevoegd, worden deze wel opgenomen in de
PostScript-uitvoer.
De opties in het venster Tekens en aflooptekens zijn onder de volgende omstandigheden niet beschikbaar:
Het PDF-bestand bevat drukkermarkeringen die zijn toegevoegd met een andere Acrobat-functie, het gereedschap Drukkermarkeringen
toevoegen.
Het uitsnijd-, afloop- en bijsnijdvak hebben allemaal dezelfde grootte. Het uitsnijdvak wordt gedefinieerd in het dialoogvenster Uitsnijdvak
(kies Gereedschappen > Afdrukproductie > Paginavakken instellen). Als de illustratie een afloop bevat, zorgt u ervoor dat het uitsnijdvak
groot genoeg is voor het afloopvak en andere drukkermarkeringen.
Drukkermarkeringen
A. Bijsnijtekens B. Registratietekens C. Paginagegevens D. Kleurenbalken E. Aflooptekens
1. Selecteer Tekens en aflooptekens aan de linkerkant van het dialoogvenster Geavanceerde afdrukinstellingen.
2. Kies de gewenste drukkermarkeringen. De markeringen worden in de voorbeeldweergave aan de linkerkant van het dialoogvenster
Geavanceerde afdrukinstellingen weergegeven.
Tekens en aflooptekens, opties
Alle markeringen Hiermee maakt u alle drukkermarkeringen tegelijk.
Stijl Hiermee bepaalt u de weergave van de tekens. U kunt standaard InDesign-tekens kiezen of tekens van andere toepassingen in de lijst.
Lijndikte Hiermee bepaalt u de dikte van de lijnen voor bijsnij-, afloop- en registratietekens.
Bijsnijtekens Hiermee plaatst u een markering op elke hoek van het bijsnijgebied om de grenzen van het PDF-bijsnijvak aan te geven.
Aflooptekens Hiermee plaatst u een markering op elke hoek van het afloopvak om de grenzen van het PDF-afloopvak aan te geven. Met een
afloopvak wordt de hoeveelheid extra gebied gedefinieerd die buiten het gedefinieerde paginaformaat moet worden weergegeven.
Registratietekens Hiermee plaatst u tekens buiten het snijgebied voor het uitlijnen van de verschillende kleurscheidingen in een document.
Kleurenbalken Hiermee wordt een klein gekleurd vierkant toegevoegd voor elke grijswaarde of proceskleur. Steunkleuren die naar proceskleuren
zijn geconverteerd, worden aangeduid met behulp van proceskleuren. Het prepress-bureau gebruikt deze markeringen om de inktdensiteit op de
drukpers aan te passen.
Paginagegevens Hiermee wordt informatie buiten het snijgebied van de pagina geplaatst. Paginagegevens omvatten onder andere de
bestandsnaam, het paginanummer, de huidige datum en tijd en de naam van de kleurscheiding.
Opties voor kleurbeheer (Acrobat Pro)