Operation Manual
Naar boven
Opmerking:
Opmerking:
4. Klik met de rechtermuisknop op een redactiemarkering en selecteer een optie om meerdere code-items toe te passen op een enkele
redactie. Voor meer informatie, zie Code-items toepassen op een redactiewijziging.
5. (Optioneel) Klik met de rechtermuisknop op een redactiemarkering en kies Markering op alle pagina's herhalen om de markering te
herhalen. Dit is een handige functie als een koptekst, voettekst of watermerk op veel pagina's op dezelfde locatie terugkeert.
6. Wanneer u klaar bent met het markeren van de items die u wilt redigeren, selecteert u Gereedschappen > Beveiliging > Redactiewijzigingen
toepassen om de items te verwijderen en klikt u op OK.
De items worden pas definitief uit het document verwijderd als u dit opslaat.
7. Als u met de functie Verborgen gegevens verwijderen naar verborgen gegevens in het document wilt zoeken en deze wilt verwijderen, klikt u
op Ja in het dialoogvenster. Anders klikt u op Nee.
8. Kies Bestand > Opslaan en geef een bestandsnaam en een locatie op. Het achtervoegsel "_Redacted" wordt aan de bestandsnaam
toegevoegd. Als u het oorspronkelijke bestand niet wilt overschrijven, slaat u het bestand op onder een andere naam of locatie of beide.
Tekst zoeken en verwijderen (Acrobat Pro)
Gebruik het gereedschap Zoeken en verwijderen om woorden of woordgroepen te zoeken en te verwijderen in een of meer PDF's die
doorzoekbare tekst bevatten.
U kunt met het gereedschap Tekst zoeken en verwijderen niet zoeken in beveiligde (versleutelde) PDF's.
1. Kies Gereedschappen > Beveiliging en selecteer het gereedschap Tekst zoeken en verwijderen
. (Als u het deelvenster Beveiliging niet
ziet, kiest u Weergeven > Gereedschappen > Beveiliging.)
2. Geef op of u de huidige PDF of alle PDF's op een andere locatie wilt doorzoeken.
3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u op één woord of woordgroep wilt zoeken, kiest u Een woord of woordgroep en typt u het woord of de woordgroep in het tekstvak.
Als u op meerdere woorden wilt zoeken, selecteert u Meerdere woorden of woordgroepen en klikt u op Woorden selecteren. Typ elk
woord in het tekstvak Nieuw woord of nieuwe woordgroep en klik op Toevoegen. U kunt ook een tekstbestand importeren met de lijst
woorden of woordgroepen waarop u wilt zoeken.
Als u wilt zoeken op een patroon (bijvoorbeeld telefoonnummers, creditcardnummers, e-mailadressen, burgerservicenummers of
datums), klikt u op Patronen. Kies een van de beschikbare patronen: U kunt de taalversie van de patronen wijzigen. (Zie Een andere
taalversie selecteren voor patronen.)
4. Klik op Tekst zoeken en verwijderen.
5. Klik in de zoekresultaten op het plusteken (+) naast de documentnaam om een lijst weer te geven met alle plaatsen waar het woord of de
woordgroep voorkomt. Selecteer vervolgens de gevallen die u voor redactie wilt markeren:
Als u alle gevallen in de lijst wilt selecteren, klikt u op Alles markeren.
Als u afzonderlijke gevallen wilt selecteren, klikt u op de selectievakjes van de gevallen die u wilt redigeren. Klik op de tekst naast een
selectievakje om dat geval op de pagina weer te geven.
Als u geen van de gevallen wilt markeren, sluit u het zoekvenster of klikt u op Nieuwe zoekopdracht om opnieuw te zoeken.
Wilt u hele woorden of delen van woorden (tekens) markeren voor redactie, dan selecteert u de optie onder Opties voor
redactiemarkeringen. Klik voor delen van woorden op Instellingen en geef het aantal en de locatie van de tekens voor redactie op. Het
redigeren van tekens is handig als u op zoek bent naar een patroon, zoals creditcardnummers, en als u een deel van het nummer
zichtbaar wilt laten om het te kunnen identificeren.
6. Als u de gevallen die u wilt redigeren hebt geselecteerd, klikt u op Gemarkeerde resultaten markeren voor redactie.
De items die u in de lijst hebt geselecteerd, worden gemarkeerd voor redactie weergegeven.
Als u het bestand niet hebt opgeslagen, kunt u redactiemarkeringen in het document selecteren en op Delete drukken om de
redactiemarkering te verwijderen. De redactiemarkeringen worden permanent als u het bestand opslaat.
7. Klik op Gereedschappen > Beveiliging > Redactiewijzigingen toepassen en vervolgens op OK om de gemarkeerde items te verwijderen.
De items worden pas definitief uit het document verwijderd als u dit opslaat.
8. Als u met de functie Verborgen gegevens verwijderen naar verborgen gegevens in het document wilt zoeken en deze wilt verwijderen, klikt u
op Ja. Anders klikt u op Nee.
9. Kies Bestand > Opslaan en geef een bestandsnaam en een locatie op. Als u het oorspronkelijke bestand niet wilt overschrijven, slaat u het
bestand op onder een andere naam of locatie of beide.