Operation Manual
Opmerking:
Naar boven
Geen (voorbeeld in kleur)
Complexe gerasterde regio's
Transparante objecten
Alle betrokken objecten
Betrokken gekoppelde EPS-bestanden (alleen Illustrator)
Betrokken afbeeldingen (alleen InDesign)
Uitgebreide patronen (Illustrator en Acrobat)
(Illustrator) Als de afvlakkingsinstellingen niet zichtbaar zijn, selecteert u
Opties tonen in het paletmenu om ze weer te geven.
4. Als de illustratie overgedrukte objecten bevat die invloed hebben op transparante
objecten, selecteert u in Illustrator een optie in het menu Overdrukken. U kunt
overdrukken behouden, simuleren of verwijderen. Kies in Acrobat Overdruk behouden als
u de kleur van de transparante illustratie wilt laten samenvloeien met de
achtergrondkleur om een overdrukeffect te creëren.
5. Klik op elk gewenst moment op Vernieuwen wanneer u een nieuwe voorvertoning wilt
weergeven op basis van uw instellingen. Afhankelijk van de complexiteit van de illustratie
kan het enkele seconden duren voordat de voorvertoning wordt weergegeven. In
InDesign kunt u ook Automatisch vernieuwen kiezen.
Als u in Illustrator of Acrobat de voorvertoning wilt vergroten, klikt u in het
voorvertoningsgebied. Als u wilt uitzoomen, klikt u in het voorvertoningsgebied terwijl
u Alt of Option ingedrukt houdt. Als u de voorvertoning wilt pannen, houdt u de
spatiebalk ingedrukt en sleept u in het voorvertoningsgebied.
Opties voor transparantie-afvlakker
Opties voor transparantie-afvlakker kunt u instellen wanneer u voorinstellingen voor afvlakking maakt,
bewerkt of er een voorvertoning van weergeeft in llustrator, InDesign of Acrobat.
Opties voor markering (in voorvertoningen)
Hiermee schakelt u de voorvertoning uit.
Hiermee worden de gebieden gemarkeerd die ten behoeve van de prestaties
worden gerasterd (zoals wordt bepaald met de schuifregelaar bij Rasters/Vectoren). Houd er rekening dat er
bij de grens van het gemarkeerde gebied meer problemen met stitching kunnen optreden, afhankelijk van de
instellingen van het printerstuurprogramma en de rasterresolutie. Om problemen met stitching tot een
minimum te beperken selecteert u Complexe objecten knippen (Acrobat) of Complexe regio's bijknippen
(InDesign).
Hiermee worden de objecten gemarkeerd die bronnen van transparantie vormen,
zoals objecten met een gedeeltelijke dekking (waaronder afbeeldingen met alfakanalen), objecten met
overvloeimodi en objecten met dekkingsmaskers. Houd er rekening mee dat ook stijlen en effecten
transparantie kunnen bevatten en dat overgedrukte objecten kunnen worden behandeld als bronnen van
transparantie als deze transparantie bevatten of als de overdruk moet worden afgevlakt.
Hiermee worden alle objecten gemarkeerd waarop transparantie van toepassing is,
zoals transparante objecten en objecten die worden overlapt door transparante objecten. Het
afvlakkingsproces is van invloed op de gemarkeerde objecten; de penseelstreken of patronen van deze
objecten worden uitgebreid, de objecten worden wellicht gedeeltelijk gerasterd, enzovoort.
Hiermee worden alle gekoppelde EPS-
bestanden gemarkeerd die worden beïnvloed door transparantie.
Hiermee wordt alle geplaatste inhoud gemarkeerd die wordt
beïnvloed door transparantie of transparantie-effecten. Dit is een handige optie voor prepressbureaus die
willen controleren of afbeeldingen goed worden afgedrukt.
Hiermee worden alle patronen gemarkeerd die worden
uitgebreid als er sprake is van transparantie.










