Operation Manual
Niet waarschuwen voor gewijzigde documenten tijdens het zoeken
Eigen eigenschappen
Opmerking:
XMP-velden
Stopwoorden
Opmerking:
Structuurlabels
Opmerking:
Naar boven
Naar boven
Als deze optie niet is ingeschakeld, verschijnt er een bericht wanneer u
documenten zoekt die zijn gewijzigd nadat de index voor het laatst is gegenereerd.
Met deze optie kunt u aangepaste documenteigenschappen opnemen in de index; alleen de aangepaste
documenteigenschappen die al in de PDF's bestaan, worden geïndexeerd. Typ de eigenschap, maak een keuze in het menu Type en klik op
Toevoegen. Deze eigenschappen worden weergegeven als zoekopties in de pop-upmenu's met aanvullende criteria van het venster Zoeken in
PDF wanneer u de gemaakte index doorzoekt. Als u bijvoorbeeld de aangepaste eigenschap Documentnaam invoert en Tekenreeks kiest in het
menu Type, kan een gebruiker die de index doorzoekt, binnen de aangepaste eigenschap zoeken door Documentnaam te selecteren in de lijst
Deze aanvullende criteria gebruiken.
Als u eigen velden maakt in een Microsoft Office-toepassing waarin de optie Documentinformatie converteren is ingeschakeld in de
toepassing PDFMaker, worden de velden overgebracht naar alle PDF's die u maakt.
Gebruik deze optie als u aangepaste XMP-velden wilt opnemen. De aangepaste XMP-velden worden geïndexeerd en worden
weergegeven in de pop-upmenu's met aanvullende criteria, zodat u deze kunt doorzoeken in de geselecteerde indexen.
Gebruik deze optie om maximaal 500 specifieke woorden uit te sluiten van de zoekresultaten uit de index. Typ het woord, klik op
Toevoegen en herhaal dit voor elk woord dat u wilt uitsluiten. Door woorden uit te sluiten, kunt u de index 10% tot 15% kleiner maken. Een
stopwoord kan uit maximaal 128 tekens bestaan en er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
Als u wilt voorkomen dat gebruikers proberen te zoeken naar woordgroepen met deze woorden, vermeldt u woorden die niet worden
geïndexeerd in het Leesmij-bestand van de catalogus.
Gebruik deze optie om specifieke codeknooppunten van elementen doorzoekbaar te maken in documenten met een logische
coderingsstructuur.
De instellingen voor Eigen eigenschappen, Stopwoorden en Structuurcodes gelden alleen voor de huidige index. Als u deze
instellingen wilt toepassen op alle indexen die u maakt, kunt u de standaardinstellingen voor eigen velden, stopwoorden en structuurcodes
wijzigen in Voorkeuren Catalog.
Catalogus leesmij-bestanden (Acrobat Pro)
Het is vaak verstandig om een apart leesmij-bestand te maken en dit samen met de index in de map op te slaan. In dit leesmij-bestand kunt u
meer informatie geven over de index, zoals:
Het soort documenten dat wordt geïndexeerd.
De zoekopties die worden ondersteund.
De persoon met wie contact kan worden opgenomen of een telefoonnummer dat kan worden gebeld bij vragen.
Een lijst met nummers of woorden die zijn uitgesloten in de index.
Een lijst met mappen met de documenten die zijn opgenomen in een index op een LAN of een lijst met de documenten die
zijn opgenomen in een index op schijf. U kunt ook een korte omschrijving geven van de inhoud van de verschillende mappen
of documenten.
Een lijst met de waarden voor elk document als u veldwaarden hebt toegewezen voor Documentinfo.
Als een catalogus een zeer groot aantal documenten bevat, kunt u overwegen een tabel op te nemen met de waarden die zijn
toegewezen aan de verschillende documenten. U kunt de tabel opnemen als gedeelte van het leesmij-bestand of opslaan als
afzonderlijk document. Tijdens het ontwikkelen van de index kunt u de tabel gebruiken om de consistentie te waarborgen.
Een index reviseren (Acrobat Pro)
U kunt een bestaande index bijwerken, opnieuw genereren en wissen.
1. Kies Gereedschappen > Documentverwerking > Index van volledige tekst met catalogus en klik op Index openen.










