Operation Manual
Opmerking:
Naar boven
Naar boven
Opmerking:
Bladwijzers.
2. Als u naar een onderwerp wilt gaan, klikt u op de bijbehorende bladwijzer. Vouw zo
nodig de inhoud van de bladwijzer uit of samen.
het is afhankelijk van de wijze waarop de bladwijzer is gedefinieerd wat er
gebeurt als u erop klikt. Mogelijk gaat u niet naar de desbetreffende locatie maar wordt
er een andere actie uitgevoerd.
Als de lijst met bladwijzers verdwijnt wanneer u op een bladwijzer klikt, kunt u deze
opnieuw weergeven door op de knop Bladwijzers te klikken. Als u wilt dat de knop
Bladwijzers verdwijnt nadat u op een bladwijzer hebt geklikt, selecteert u Na gebruik
verbergen in het optiemenu.
Met paginaminiaturen naar specifieke pagina's gaan
Paginaminiaturen zijn verkleinde weergaven van documentpagina's. Met de miniaturen in het venster
Paginaminiaturen kunt u naar andere pagina's gaan en bepalen wat u op een pagina ziet. Het rode vak in de
paginaminiatuur geeft het gebied van de pagina aan dat momenteel wordt weergegeven in het
documentvenster. U kunt de zoomfactor wijzigen door de grootte van dit vak aan te passen.
1. Klik op de knop Paginaminiaturen of kies Beeld > Tonen/verbergen > Navigatievensters
> Paginaminiaturen om het venster Paginaminiaturen weer te geven.
2. Als u naar een andere pagina wilt gaan, klikt u op de miniatuur van die pagina.
Automatisch schuiven door een document
Wanneer u automatisch door een PDF schuift, wordt de informatie in het document geleidelijk in verticale
richting over het scherm verplaatst. Als u het proces onderbreekt door met de schuifbalken omhoog of
omlaag te schuiven naar een andere pagina of positie, wordt het automatisch schuiven vanaf die positie
hervat. Aan het einde van de PDF wordt het automatische schuiven beëindigd. Wilt u het document nogmaals
op deze manier zien, dan kiest u de optie opnieuw.
1. Kies Beeld > Paginaweergave > Automatisch schuiven.
2. Druk op Esc als u met schuiven wilt stoppen.
Weergavepad nalopen
Door het weergavepad na te lopen kunt u nagaan welke PDF-pagina's u eerder hebt bekeken. Er is een
verschil tussen de vorige en volgende pagina en de vorige en volgende weergave. Bij pagina's verwijzen
vorige en volgende naar de aansluitende pagina's vóór en na de huidige pagina. Bij weergaven verwijzen
vorige en volgende naar de weergavegeschiedenis. Als u bijvoorbeeld naar een locatie verderop of eerder in
een document gaat, worden deze stappen vastgelegd in de weergavegeschiedenis. Daarin worden de
pagina's die u hebt bekeken in de omgekeerde volgorde weergegeven.
1. Kies Beeld > Paginanavigatie > Vorige weergave.
2. Als u vervolgens een ander deel van uw pad wilt bekijken, voert u een van de volgende
handelingen uit:
Herhaal stap 1.
Kies Beeld > Paginanavigatie > Volgende weergave.
U kunt de knop Vorige weergave
en Volgende weergave
beschikbaar maken in het werkbalkgebied door met de rechtermuisknop te klikken op de










