Operation Manual

Kopteksten, voetteksten en Bates-nummering toevoegen aan
PDF's
Naar boven
Naar boven
Opmerking:
Kopteksten, voetteksten en Bates-nummering
Kop- en voetteksten toevoegen, met een geopend document
Kop- en voetteksten toevoegen, zonder geopend document (alleen Windows)
Kop- en voetteksten bijwerken
Meer kop- en voetteksten toevoegen
Alle kop- en voetteksten vervangen
Alle kop- en voetteksten verwijderen
Een kop- of voettekst met Bates-nummering toevoegen (Acrobat Pro DC)
Kopteksten, voetteksten en Bates-nummering
U kunt in Acrobat DC een kop- en voettekst toevoegen aan een heel PDF-bestand. De kop- en voetteksten
kunnen de volgende elementen bevatten: datum, automatische paginanummering, Bates-nummering voor
juridische documenten, of de titel en de auteur. U kunt kop- en voetteksten aan een of meer PDF's
toevoegen.
U kunt de kop- en voetteksten in een PDF variƫren. U kunt bijvoorbeeld een koptekst toevoegen waarin het
paginanummer op oneven pagina's aan de rechterkant wordt weergegeven, en een andere koptekst waarin
het paginanummer op even pagina's aan de linkerkant wordt weergegeven. Wanneer u Bates-nummering
toevoegt, kunt u het aantal cijfers, het beginnummer en het voor- of achtervoegsel voor elk Bates-nummer
instellen.
U kunt kop- en voetteksten definiƫren en opslaan, zodat u deze naderhand opnieuw kunt gebruiken of u kunt
gewoon een kop- en voettekst toevoegen die u vervolgens vergeet. Nadat u een kop- en voettekst hebt
toegepast, kunt u deze in de PDF bewerken, vervangen of verwijderen. U kunt ook een afdrukvoorbeeld van
kop- en voetteksten weergeven voordat u deze toepast. Verder kunt u de kop- en voettekstmarges
aanpassen, zodat deze niet overlappen met andere pagina-inhoud.
Kop- en voetteksten toevoegen, met een geopend document
1. Open het PDF-bestand waaraan u de kop- en voettekst wilt toevoegen.
2. Kies Gereedschappen > PDF bewerken.
De gereedschapset voor PDF's bewerken wordt weergegeven op de secundaire
werkbalk.
De opties voor opmaak en andere gerelateerde opties worden in het
deelvenster aan de rechterkant weergegeven.
3. Kies Koptekst en voettekst > Toevoegen in de secundaire werkbalk.
4. Geef zo nodig waarden op voor het lettertype en de marges.
De teksteigenschappen zijn van toepassing op alle kop- en voettekstgegevens die deel
uitmaken van deze instellingsdefinitie. U kunt in het dialoogvenster Koptekst en
voettekst toevoegen en in dezelfde sessie geen afwijkende instellingen opgeven voor
afzonderlijke tekstvakken voor kop- en voetteksten.