Operation Manual

Naar boven
Maatmarkeringen inschakelen
Voorbeeld van instellingen weergeven
Waarde weergeven als
Richting weergeven als
Breedte en lengte altijd als WGS 1984 weergeven
het eindpunt. In het informatievenster wordt de omtrek weergegeven.
Als u het gereedschap Oppervlak gebruikt, klikt u in de kaart op een hoek van het
oppervlak en sleept u vervolgens naar elke volgende hoek. Klik voordat u van richting
verandert. Dubbelklik op het eindpunt om het hele gebied weer te geven.
5. Voltooi de meting door met de rechtermuisknop te klikken en Meting voltooien te
kiezen. Of u selecteert Meting annuleren.
Locatiecoördinaten naar het klembord kopiëren en gebruiken voor een
kaartservice op internet
Als u een locatie hebt gevonden in een georuimtelijke PDF, kunt u de coördinaten kopiëren naar het
klembord. Vanaf het klembord kunt u de gegevens plakken in een kaartservice op internet dat breedte- en
lengtecoördinaten leest.
1. Kies Gereedschappen > Meting > Gereedschap Georuimtelijke locatie, klik met de
rechtermuisknop op de locatie op de kaart en kies Locatie markeren.
2. Open de annotatie bij de locatie en kopieer de locatiegegevens.
Acrobat kopieert de gegevens in de volgende notatie: eerst breedte dan lengte,
gescheiden door een spatie. Plak de gegevens in de adresbalk van een kaartservice op
internet die de locatiegegevens kan interpreteren.
Maateenheden in een document wijzigen
Als u het type maateenheid wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop in de kaart met het gereedschap
Meten en kiest u Afstandseenheid of Gebiedseenheid. Selecteer vervolgens een metingstype.
Voorkeuren voor georuimtelijke metingen wijzigen
U kunt de maateenheden voor alle georuimtelijke PDF's wijzigen in het dialoogvenster Voorkeuren. Klik op
Meting (geo) in de sectie Categorieën.
Hiermee voegt u een label toe aan een georuimtelijke meting. Als
Maatmarkeringen inschakelen is geselecteerd, kiest u Label gebruiken en typt u vervolgens een label voor
metingen.
Selecteer de delen van paden waarop u metingen wilt uitlijnen.
Hiermee bepaalt u hoe breedte- en lengtewaarden worden berekend. Kies Decimaal
als u de breedte en lengte wilt weergeven als decimale breuk. Kies Graden, minuten, seconden als u elke
lengtegraad wilt verdelen in 60 minuten en elke minuut in 60 seconden.
U hebt de keuze uit Ondertekend en Benoemd. Bij benoemde richtingen wordt een
N (noord) of Z (zuid) naast de breedte weergegeven en een O (oost) of W (west) naast de lengte.
Schakel dit selectievakje in om te zorgen dat voor de
breedte en lengte het huidige standaardreferentiekader voor de aarde wordt gebruikt (World Geodetic System
1984). Voor oudere kaarten die zijn getekend met een eerder raster (bijvoorbeeld NAD 1927), kunt u deze
optie uitschakelen als u de oorspronkelijke waarden wilt zien. Als een oudere kaart met de eigen coördinaten
is geregistreerd, kunnen de coördinaatposities afwijken van de huidige normen die worden gebruikt in GPS-