Operation Manual

Als een document meerdere kaarten bevat (een PDF bevat bijvoorbeeld een kleinere
kaart in een grotere kaart, zoals een stadskaart in een kaart van een land). Als u een
locatie in de stad zoekt, geeft Acrobat DC de resultaten zowel weer in de grote kaart
als in de stadskaart.
Als een document meerdere pagina's van een kaart bevat (pagina één is
bijvoorbeeld een kaart van een land en pagina twee is een kaart van een stad in dat
land).
5. (Optioneel) U voegt als volgt een opmerking toe (bijvoorbeeld een plaatsnaam of adres):
klik op de locatiemarkering en voer de informatie in het opmerkingvak in.
6. U beëindigt de zoekopdracht door met de rechtermuisknop te klikken in de kaart.
Selecteer vervolgens Zoeken naar locatie verbergen om de zoekvakken te verwijderen.
Georuimtelijke locaties markeren
1. Open een georuimtelijke PDF en kies Gereedschappen > Meten > Gereedschap
Georuimtelijke locatie.
2. Beweeg de muisaanwijzer over het document om breedte- en lengtewaarden weer te
geven van gebieden waarvoor georuimtelijke informatie beschikbaar is. Klik met de
rechtermuisknop in de kaart en voer een van de volgende handelingen uit:
Klik op Een locatie zoeken om een locatie te zoeken. Kies de waarden voor de
lengte- en breedtegraad en klik op Zoeken.
Klik op Locatie markeren om een locatie te markeren met georuimtelijke informatie.
3. (Optioneel) U voegt als volgt een opmerking toe (bijvoorbeeld een plaatsnaam of adres):
klik op de locatiemarkering en voer de informatie in het opmerkingvak in.
Afstand, omtrek en oppervlak meten op kaarten
Wanneer u een georuimtelijke PDF opent, leest u met de meetgereedschappen de georuimtelijke informatie
en meet u hiermee afstand en oppervlak in plaats van afmetingen van de pagina of objecten. Met de
meetgereedschappen kunt u afstand, omtrek en oppervlak berekenen op een georuimtelijke PDF. Terwijl u de
muisaanwijzer over inhoud in het document beweegt, wordt door uitlijnmarkeringen aangegeven dat u zich op
een pad of het eindpunt van een pad bevindt. U kunt ook de breedte- en lengtewaarde van een locatie zien
als de muisaanwijzer zich bevindt op georuimtelijke inhoud.
1. Kies Gereedschappen > Meten > Meetgereedschap.
2. Selecteer in de weergave Meetgereedschap een type meting: Afstand
, Gebied of
Omtrek
.
3. Selecteer een uitlijnoptie:
Uitlijnen op paden
Uitlijnen op eindpunten
Uitlijnen op middelpunten
Uitlijnen op snijpunten
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u het gereedschap Afstand gebruikt, klikt u op het punt waar de meting moet
beginnen, en sleept u vervolgens naar het eindpunt. Klik hier nogmaals. De afstand
wordt rechtsonder weergegeven.
Als u het gereedschap Omtrek gebruikt, klikt u in de kaart in een hoek van de omtrek
en sleept u vervolgens naar elke volgende hoek. Klik op elke hoek en dubbelklik op