Operation Manual

Table Of Contents
53
WERKEN MET ACROBAT 9 PRO EXTENDED
Werkruimte
4 Blader desgewenst door de informatie via de schuifbalken:
Klik in de gesplitste weergave in het gewenste venster en schuif alleen in dat venster.
Klik in de weergave Werkblad splitsen in een venster en schuif verticaal om de weergave in het actieve venster en
het venster ernaast te wijzigen. Schuif horizontaal om de weergave in het actieve venster en in het venster erboven
en eronder, te wijzigen.
5 Kies Venster > Splitsing verwijderen als u wilt teruggaan naar één venster.
Een document weergeven in meerdere vensters
U kunt met de opdracht Nieuw venster meerdere vensters voor hetzelfde document maken. Nieuwe vensters hebben
hetzelfde formaat en dezelfde zoomfactor en indeling als het originele venster en worden met dezelfde pagina geopend,
boven op het originele venster. Als u een nieuw venster opent, wordt aan de oorspronkelijke bestandsnaam het
achtervoegsel 1 toegevoegd en krijgt het nieuwe venster het achtervoegsel 2. U kunt meerdere vensters openen, waarbij
het achtervoegsel voor elk nieuw venster wordt verhoogd. Als u een venster sluit, worden de overgebleven geopende
vensters opeenvolgend opnieuw genummerd. Wanneer u vijf vensters hebt geopend en u het derde venster sluit,
worden de resterende vensters genummerd met de achtervoegsels 1 tot en met 4.
Opmerking: deze functie is niet beschikbaar als de PDF's in een browser worden weergegeven.
Een nieuw venster openen
Kies Venster > Nieuw venster.
Een venster sluiten
Klik op de sluitknop in het venster. U wordt gevraagd om eventuele wijzigingen op te slaan. Als u een venster sluit,
wordt het document niet gesloten indien er meerdere vensters zijn geopend.
Alle vensters voor een document sluiten
Kies Bestand > Sluiten. U wordt gevraagd om eventuele wijzigingen op te slaan voordat alle vensters zijn gesloten.
PDF's bekijken in de weergave Lijndikte
In de weergave Lijndikte worden lijnen weergegeven met de dikten die zijn gedefinieerd in de PDF. Als de weergave
Lijndikte is uitgeschakeld, hebben lijnen een constante dikte van 1 pixel, ongeacht de zoominstelling. Als u het
document afdrukt, wordt de lijn met de ware dikte afgedrukt.
Kies Beeld > Lijndikte. Als u de weergave Lijndikte wilt uitschakelen, kiest u nogmaals Beeld > Lijndikte.
Opmerking: U kunt de weergave Lijndikte niet uitschakelen als u PDF's bekijkt in een webbrowser.
Rasters, hulplijnen en metingen
Rasters weergeven
Met rasters kunt u tekst en objecten in een document nauwkeurig uitlijnen. Als u het raster inschakelt, wordt dit
zichtbaar op het document weergegeven. Met de opdracht Magnetisch raster lijnt u een object uit op de
dichtstbijzijnde rasterlijn wanneer u het object verplaatst.