Operation Manual

Table Of Contents
541
WERKEN MET ACROBAT 9 PRO EXTENDED
Preflight
printer, vereist de PDF een alternatieve kleurruimte (bestaande uit RGB- of CMYK-kleuren) waarmee wordt
gedefinieerd hoe de steunkleur eruitziet.
ICC-kleurruimten Deze groep bevat eigenschappen voor het krijgen van toegang tot kenmerken in de ingesloten ICC-
profielen, waarmee de ICC-kleurruimten worden gedefinieerd. ICC-profielen bevatten gegevens voor het omzetten
van apparaatafhankelijke kleur naar een apparaatonafhankelijke kleurruimte, zoals Lab. Dit helpt u consistente
kleuren te produceren op verschillende platforms en apparaten en in ICC-compatibele toepassingen (zoals Adobe
Illustrator en Adobe InDesign). Een document dat objecten bevat in uiteenlopende kleurruimten (zoals RGB, CMYK
en Grijswaarden), kan voor elke kleurruimte een ander ICC-profiel hebben voor het kalibreren van de kleur.
Eigenschappen van grafische status voor vulling Deze groep omvat grafische informatie over de manier waarop
gebieden worden gevuld en met name over de kleurwaarden van de actuele kleurruimte.
Eigenschappen van grafische status voor lijn Deze groep bevat grafische informatie over de manier waarop lijnen
worden getekend en vooral over de kleurwaarden van de huidige kleurruimte. De groep omvat ook lijnspecifieke
eigenschappen, zoals dikte.
Algemene eigenschappen van grafische status Deze groep bevat instellingen waarmee wordt bepaald hoe tekst of
afbeeldingen worden weergegeven op een PDF-pagina. In deze groep zijn bijvoorbeeld overdrukinstellingen
opgenomen.
Halftoon Deze groep bevat grafische instellingen die van belang zijn voor prepress-bewerkingen, zoals schermhoek,
frequentie en steunvorm.
Paginabeschrijving Deze groep bevat algemene informatie over objecten op een PDF-pagina, zoals het type object
(bijvoorbeeld een afbeelding, een stuk tekst of een vloeiende schaduw), of het zich binnen of buiten het gebied bevindt
dat kan worden weergegeven, of hoe ver het zich bevindt van de TrimBox.
OPI Deze groep bevat eigenschappen voor het analyseren van alle bestaande OPI-koppelingen (opmerkingen),
ongeacht of het gaat om OPI-versie 1.3 of 2.0. De mogelijke OPI-items in een PDF zijn dezelfde als in PostScript-
bestanden.
Ingesloten PostScript Deze groep verwijst naar de PostScript-code die in de PDF kan worden ingesloten. Er zijn drie
eigenschappen: een voor een PostScript-operator die rechtstreeks in een paginabeschrijving wordt gebruikt, een voor
PostScript-code die is ingesloten in een PostScript XObject en een voor een PostScript Form XObject (een vroege vorm
van een PostScript XObject).
Metagegevens van object Deze groep bevat informatie die in het object is ingesloten, zoals de auteur, de resolutie, de
kleurruimte, het copyright en de trefwoorden die erop zijn toegepast. Als een Photoshop-afbeelding met metagegevens
bijvoorbeeld in een InDesign-document wordt geplaatst en het document wordt geconverteerd naar PDF, kan deze
informatie worden opgehaald en gecontroleerd door eigenschappen in deze groep.
Annotaties Deze groep bevat vooral kenmerken van opmerkingen en tekeningmarkeringen, overvullingen en
drukkermarkeringen.
Formuliervelden Deze groep bevat eigenschappen voor formuliervelden.
Lagen Deze groep controleert op optionele inhoud die soms de weergave van een pagina wijzigt.
Pagina's
Deze groep bevat paginanummers en paginaformaten die de verschillende documentvakken
vertegenwoordigen die worden ondersteund door Adobe PDF 1.3 en latere technologie (MediaBox, BleedBox, TrimBox
en ArtBox). Daarnaast bevat deze groep plaatnamen voor PDF-pagina's die behoren tot een voorgescheiden PDF.
Document Deze groep bevat alle informatie die op de hele PDF van toepassing is, bijvoorbeeld of het document is
versleuteld en of het formuliervelden of bladwijzers bevat.
Documentinfo In deze groep vindt u alle standaardgegevens die ook toegankelijk zijn via het dialoogvenster
Documentinfo in Acrobat en informatie die is gestandaardiseerd middels de ISO 15930-norm (PDF/X).