Operation Manual

Table Of Contents
534
WERKEN MET ACROBAT 9 PRO EXTENDED
Preflight
2 Als u details van de symbolen wilt bekijken, klikt u op een van de volgende knoppen:
Raster tonen Hiermee wordt de oorsprong van de coördinaatruimte van het symbool weergegeven. Dit wordt
aangegeven met twee groene orthogonale lijnen.
Vakken tonen Hiermee wordt het gebied weergegeven dat wordt gebruikt door het geselecteerde symbool en het
maximumgebied dat wordt gebruikt door alle symbolen met blauwe lijnen die bovenaan en onderaan samenvallen.
Vulling tonen Hiermee worden de gebieden van een gevuld symbool weergegeven als middelgrijs.
Punten tonen Hiermee worden alle punten weergegeven die worden gebruikt om de contouren van het symbool te
definiëren. Zwarte punten geven de contouren aan. Rode punten geven Bezier-krommen aan en worden afgezet tegen
de contour.
Cursor tonen Hiermee wordt de positie van het punt weergegeven dat momenteel is geselecteerd. Dit wordt
aangegeven met twee magenta orthogonale lijnen. Deze knop is alleen beschikbaar als Punten tonen is ingeschakeld.
3 U kunt de grootte van het weergavegebied van het symbool wijzigen door de greep tussen de structuurweergave en
het weergavegebied van het symbool naar boven of beneden te slepen.
Preflight-profielen
Preflight-profielen
Het succes van een Preflight-inspectie is afhankelijk van een goede definitie van criteria voor de inspectie. De
inspectiecriteria bevinden zich in een pakket dat een Preflight-profiel wordt genoemd. Een Preflight-profiel bevat een
of meer controles, correcties of zowel controles als correcties. Elke controle bevat een of meer eigenschapinstructies
die de PDF-inhoud valideren. Er wordt alleen een fout weergegeven als alle eigenschapinstructies in de controle een
fout opleveren. In het dialoogvenster Preflight: Profiel bewerken kunt u opgeven welke waarden u wilt gebruiken en
hoe u problemen wilt verwerken. U kunt bijvoorbeeld een profiel kiezen waarmee problemen eenvoudigweg worden
gerapporteerd, of een profiel dat een probleem automatisch oplost op basis van de opgegeven parameters. Een profiel
met een correctie is voorzien van het opgevulde grijze moersleutelpictogram.
Adobe Acrobat bevat verschillende vooraf gedefinieerde profielen die in groepen zijn ingedeeld, zoals Digitaal
afdrukken, PDF-analyse, Prepress en PDF/A-, PDF/E- of PDF/X-compatibiliteit. U kunt de vooraf gedefinieerde
profielen ongewijzigd gebruiken of veranderen om aangepaste profielen te maken. De controles waaruit de profielen
bestaan (zogenaamde regels in lagere versies van Acrobat), zijn ingedeeld in categorieën, zoals Document, Pagina's,
Afbeeldingen, enzovoort. Elke controle in een categorie betreft een bepaalde documenteigenschap.
Als u wilt weten welke documenteigenschappen door het Preflight-profiel worden geanalyseerd, raadpleegt u de
informatie over elke geselecteerde controle in het dialoogvenster Preflight: Profiel bewerken. Hierin wordt beschreven
welke criteria tijdens de controle worden gebruikt om een documenteigenschap te analyseren en mogelijk te
corrigeren.
Zie ook
Aanvullende controles en eigenschappen” op pagina 540
Profielen weergeven
1 Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als het dialoogvenster Preflight niet is geopend, kiest u Geavanceerd > Preflight.
Als een ander deelvenster wordt weergegeven in het dialoogvenster Preflight, klikt u op de tab Profielen.