Operation Manual

441
WERKEN MET ACROBAT 9 PRO EXTENDED
3D-modellen en georuimtelijke PDF's
U kunt de geëxporteerde gegevens aanpassen door instellingen te kiezen. Soms past Acrobat de geëxporteerde
gegevens aan om de resultaten te verbeteren, maar hierdoor wordt de geometrie zelf niet gewijzigd. Als de CAD-
brontoepassing bijvoorbeeld een grote tolerantie heeft en de exportindeling een kleine tolerantie, kan Acrobat een
tolerantie toevoegen aan het geëxporteerde bestand.
1 Open de 3D-PDF en klik op het 3D-model in het documentvenster.
2 Klik met de rechtermuisknop op het 3D-model en kies Gegevens exporteren.
Opmerking: De optie Gegevens exporteren is niet beschikbaar als compressie of beveiliging is toegepast op de 3D-PDF.
De optie is ook niet beschikbaar als de tolerantie tijdens de PDF-conversie is ingesteld op 0,01 of hoger.
3 Kies een bestandsindeling in het menu Opslaan als, klik op Instellingen om de opties te selecteren voor de indeling
en klik op OK.
4 Geef een naam op voor het bestand en sla het op.
Zie ook
“Instellingen voor Acrobat 3D-conversie” op pagina 409
Indelingsopties voor het exporteren van geometrie
U exporteert geometrie door met de rechtermuisknop op het model te klikken en vervolgens te klikken op Gegevens
exporteren. De volgende opties zijn beschikbaar als u klikt op de knop Instellingen in het dialoogvenster Opslaan als.
Welke opties worden weergegeven, hangt af van de manier waarop het model is gemaakt en geïmporteerd.
IGES-instellingen
IGES-bestanden worden opgeslagen als versie 5.1. IGES-bestanden ondersteunen ononderbroken entiteiten.
Ononderbroken oppervlak opslaan naar Hiermee wordt opgegeven hoe de geometrie wordt geschreven. De optie
Oppervlak biedt UV-curven en 3D-curven (indien aanwezig). De optie Ononderbroken biedt UV-curven (indien
aanwezig) maar berekent 3D-curven.
Beperkt oppervlak opslaan naar Hiermee wordt opgegeven of polyhedrische ononderbroken vlakken worden
opgeslagen als bijgesneden oppervlakken (gefacetteerd) of als lijnen (draadframe).
Analyses opslaan naar Hiermee worden oppervlakken (cilinders, vlakken, bollen, kegels, torus) en curven (cirkels,
ellipsen, parabolen, hyperbolen) geschreven als analytische vormen in plaats van NURBS (Non-Uniform Rational B-
Spline).
Verborgen objecten schrijven Hiermee wordt opgegeven dat lege entiteiten worden opgenomen in het bestand.
Parasolid-instellingen
Bestanden worden opgeslagen als versie 11. Hiermee wordt opgegeven of geometrie wordt opgeslagen als
ononderbroken vlakken of als oppervlakken.
STEP-instellingen
STEP-standaard Hiermee wordt het meest geschikte toepassingsprotocol (Application Protocol, AP) opgegeven voor
het bedoelde gebruik (AP 203 of AP 214).
Beperkt oppervlak opslaan naar Hiermee wordt opgegeven of polyhedrische ononderbroken vlakken worden
opgeslagen als bijgesneden oppervlakken (gefacetteerd) of als lijnen (draadframe).