Operation Manual

Table Of Contents
423
WERKEN MET ACROBAT 9 PRO EXTENDED
3D-modellen en georuimtelijke PDF's
3D-navigatiegereedschappen
Roteren Hiermee roteert u 3D-objecten ten opzichte van het scherm. De manier waarop de objecten bewegen
hangt af van de beginweergave, van het punt waarop u begint te slepen en van de richting waarin u sleept.
Opmerking: U kunt ook het gereedschap Handje gebruiken om een object te roteren. Zorg dat de optie 3D-selectie
inschakelen voor het gereedschap Handje is geselecteerd in het dialoogvenster Voorkeuren 3D.
Draaien Hiermee draait u een 3D-model parallel aan twee vaste assen in het 3D-model, de x-as en de z-as.
Pannen Hiermee verplaatst u het model alleen verticaal en horizontaal. U kunt ook pannen met het gereedschap
Handje: Ctrl ingedrukt houden en slepen.
Zoomen Hiermee beweegt u zich u naar objecten in de scène toe of van de objecten af, wanneer u verticaal sleept.
U kunt ook met het gereedschap Handje zoomen door Shift ingedrukt te houden terwijl u sleept.
Wandelen Hiermee draait u horizontaal rond de scène wanneer u horizontaal sleept. U gaat naar voren of naar
achteren in de scène wanneer u verticaal sleept. Er wordt een constante hoogte aangehouden, ongeacht hoe u sleept.
Het gereedschap Wandelen is vooral handig voor 3D-modellen die betrekking hebben op architectuur. Als u de
doorloopsnelheid wilt wijzigen, wijzigt u de standaardweergave-eenheden in het dialoogvenster Voorkeuren (3D).
Opmerking: Het gereedschap Wandelen is beschikbaar wanneer u in Voorkeuren de optie Functies bundelen op 3D-
werkbalk selecteert. U kunt ook met de rechtermuisknop op het model klikken en Opties > Wandelen kiezen.
Inkomen Hiermee navigeert u door een model terwijl u de richting van het oppervlak behoudt. Klik met de
rechtermuisknop en sleep in het 3D-venster. Het gereedschap Vlucht beweegt trager naarmate u zich dichter naar een
object toe beweegt. Versleep de muisaanwijzer naar rechts of naar links om te draaien.
Als u de cameraweergave wilt draaien, klikt u met de linkermuisknop in het 3D-venster en sleept u om de
cameraweergave te draaien. Als u wilt terugkeren naar de beginrichting van de camera, beweegt u de muis naar het
eerste klikpunt.
Gebruik het schuifwiel van de muis om snel vooruit en achteruit te bewegen in de richting van de cameraweergave. Dit
is handig als u verdwaalt in een model of in het oppervlak vliegt.
Eigenschappen van camera Hiermee bepaalt u de hoek, uitlijning en andere eigenschappen van de camera die de
lens definiëren waardoor een 3D-model wordt bekeken. Camera-eigenschappen zijn onderdelen van weergaven maar
worden onafhankelijk ingesteld.
3D-meetgereedschap Hiermee meet u afmetingen van onderdelen en afstanden in het 3D-model.
3D-werkbalk, besturingselementen voor weergave
Standaardweergave Hiermee stelt u een vooraf ingestelde zoom-, pan-, rotatie en projectiemodus van het 3D-
model opnieuw in. Met het menu Opties in het deelvenster Weergave van de Modelstructuur kunt u een andere
weergave als standaardweergave instellen. U kunt ook de opdracht Weergaven beheren in het menu Weergaven van
de 3D-werkbalk kiezen om een andere weergave als standaardweergave in te stellen.
Als een object uit zicht is, hebt u de camera in feite van het object afgewend. Klik in dat geval op het pictogram
Standaardweergave op de 3D-werkbalk om het object weer in het zicht te plaatsen.
Menu Weergaven Hier worden de weergaven vermeld die zijn gedefinieerd voor het huidige 3D-model.
Modelstructuur in-/uitschakelen Hiermee opent en verbergt u de Modelstructuur.
Animatie afspelen/pauzeren Hiermee speelt u een animatie met JavaScript af of onderbreekt u deze. In het
pop-upmenu Animatie afspelen/pauzeren verschijnt een schuifregelaar waarmee u voor- en achteruit kunt slepen naar
verschillende tijden in de animatiereeks.