Operation Manual

Table Of Contents
330
WERKEN MET ACROBAT 9 PRO EXTENDED
Toegankelijkheid, codes en opnieuw plaatsen
Containerwoordenboek bewerken Hiermee geeft u het woordenboek voor de container op. Fouten in dit
dialoogvenster kunnen de PDF beschadigen. Alleen beschikbaar voor containers die woordenboeken bevatten.
Knippen Het geselecteerde object (niet de gerelateerde pagina-inhoud) knippen en kopiëren.
Plakken Inhoud rechtstreeks onder het geselecteerde object op hetzelfde hiërarchische niveau plakken.
Onderliggend item plakken Inhoud als een onderliggend inhoudsitem in het geselecteerde object plakken.
Verwijderen Het object (niet de gerelateerde pagina-inhoud) verwijderen uit het document.
Inhoud zoeken in selectie Hiermee zoekt u op het tabblad Inhoud het object dat het object bevat dat u hebt
geselecteerd in het documentvenster.
Zoeken Hiermee zoekt u niet-gemarkeerde (ongecodeerde) artefacten, inhoud, opmerkingen en koppelingen. Met
opties kunt u op de pagina of in het document zoeken en codes toevoegen aan gevonden items.
Voorwerp maken Hiermee definieert u geselecteerde objecten als artefacten. Artefacten worden niet gelezen door een
schermlezer of de functie Hardop lezen. Paginanummers en kop- en voetteksten kunnen vaak het best worden
gecodeerd als artefacten.
Artefact verwijderen De artefactdefinitie van het geselecteerde object verwijderen.
Inhoud markeren Wanneer deze optie is geselecteerd, wordt in het documentvenster de inhoud gemarkeerd die bij
een geselecteerd object op het tabblad Inhoud hoort.
Metagegevens tonen Metagegevens van afbeeldingen of objecten weergeven en bewerken.
Eigenschappen Het dialoogvenster TouchUp-eigenschappen openen.
Het tabblad Codes
Met de opties op het tabblad Codes kunt u codes weergeven en bewerken in de logische boomstructuur, of
codestructuur, van een PDF. Op het tabblad Codes worden codes weergegeven in een hiërarchische volgorde die de
leesvolgorde van het document aangeeft. Het eerste item in deze structuur is de basiscode. Alle andere items zijn
onderliggende codes van de basiscode. Codes gebruiken gecodeerde elementtypen die verschijnen tussen punthaken
(
< >). Elk element, inclusief structuurelementen zoals secties en artikelen, verschijnt in de logische structuurvolgorde
op volgorde van type, gevolgd door een titel en de inhoud van het element of een beschrijving van de inhoud.
Structuurelementen worden meestal weergegeven als containercodes (of bovenliggende codes) en bevatten
verschillende kleinere elementen (of onderliggende codes).
Opmerking: Meer informatie over logische structuren vindt u in de PDF Reference Sixth Edition: Adobe Portable
Document Format Version 1.7, op de pagina PDF reference (alleen Engelstalig) op de website van Adobe.
De meeste coderingsproblemen kunt u corrigeren met het gereedschap TouchUp-leesvolgorde, maar voor
gedetailleerde codering van tabellen en substructuuritems, zoals alinea's, lijsten en secties waarvoor meer talen vereist
zijn, moet u het tabblad Codes gebruiken. Voeg alleen in het uiterste geval handmatig op het tabblad Codes codes toe
aan een document. Probeer eerst de opdracht Codes toevoegen aan document.
Belangrijk: bewerkingen op het tabblad Codes kunnen niet ongedaan worden gemaakt met de opdracht Ongedaan
maken. Sla een reservekopie van een document op voordat u eraan gaat werken met het tabblad Codes.
Codes op het tabblad Codes weergeven
1 Kies Beeld > Navigatievensters > Codes.
2 Ga op een van de volgende manieren te werk:
Vouw de code uit voor het gewenste gedeelte.